Continu-modus
In de volgende afbeelding ziet u hoe een parameter-
veld eruitziet als de Continu-modus voor de niet-in-
vasieve bloeddruk is geselecteerd (zie pagina 316).
A
B
K
J
I
A NIBP-parameterlabel
B Meeteenheid (kan worden
geactiveerd/gedeactiveerd)
C Tijd verstreken sinds laatste niet-invasieve
bloeddrukmeting
D Waarde van gemiddelde druk
E Alarmgrenzen of doorgekruiste
driehoeksymbolen wanneer alarmen
gedeactiveerd zijn
F Tijd die resteert voordat de Continu-modus
wordt beëindigd.
G Label Cont. modus
H Meeteenheid
I
Waarde van opblaasdruk
J Label Inflatie druk
K Waarde van systolische/diastolische druk
Gebruiksaanwijzing – Infinity
C
H
G
F
®
Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG8.0
Interval-modus
In de volgende afbeelding ziet u hoe een parame-
terveld eruitziet als de Interval-modus is geselec-
teerd (zie pagina 315 voor meer informatie).
A
D
I
E
H
A NIBP-parameterlabel
B Meeteenheid (kan worden
geactiveerd/gedeactiveerd)
C Tijd verstreken sinds laatste niet-invasieve
bloeddrukmeting
D Waarde van laatste mean druk
E Alarmgrenzen of doorgekruiste
driehoeksymbolen wanneer alarmen
gedeactiveerd zijn
F Geselecteerd opblaasinterval (zie pagina 318)
G Waarde van opblaasdruk of voortgangsbalk
H auto-label (als de meting is beëindigd, wordt
het label vervangen door een voortgangsbalk
die aangeeft hoeveel tijd er is vóór het begin
van de volgende meting)
I
Waarde van systolische en diastolische druk
Niet-invasieve bloeddruk (NIBP)
B
C
G
F
D
E
313