Niet-invasieve bloeddruk (NIBP)
OPMERKING
Een bloeddrukmeting kan worden beïnvloed door
aritmieën (bijvoorbeeld atriale en premature
ventriculaire contractie), atrium fibrilleren, lage
perfusie, diabetes, nieraandoeningen, trillen en
rillen. In geval van onwaarschijnlijke
meetwaarden controleert u op de bovenvermelde
redenen en herhaalt u de meting. Wacht een paar
minuten voor het uitvoeren van een nieuwe
meting op dezelfde meetplek, indien mogelijk.
De manchet aanbrengen
Voordat u de manchet op de patiënt aanbrengt,
moet u de waarschuwingen van de fabrikant in de
gebruiksaanwijzing voor de manchet lezen en
begrijpen.
Weergave van niet-invasieve bloeddruk
Op de Cockpit bestaat de weergave voor niet-
invasieve bloeddruk uit een parameterveld.
Als er een meting wordt uitgevoerd, wordt de
achtergrond van het onderste gedeelte van het
parameterveld wit.
Tijdens lage systolische of diastolische pulsampli-
tudes of significante bewegingsartefacten, wordt in
het parametervak mogelijk alleen een gemiddelde
waarde weergegeven. Als de M540 in de Veneuze
stase-modus is, verschijnen de manchetdruk en
het Veneuze stase-label in het parameterveld voor
de niet-invasieve bloeddruk.
Als u de manchet niet ter hoogte van het hart kunt
aanbrengen, moet u de weergegeven systolische
en diastolische niet-invasieve bloeddrukwaarden
als volgt bijstellen: tel 8 mmHg (1,1 kPa) bij voor
iedere 10 cm (4 inches) boven het hart; trek
8 mmHg (1,1 kPa) af – voor iedere 10 cm
(4 inches) onder het hart.
312
Gebruiksaanwijzing – Infinity
1 Plaats de manchet 2 tot 5 cm (1 tot 2 inch)
boven de elleboog (of rond het midden van de
dij). Plaats het manchetlabel "this side to
patient" (Deze zijde naar patiënt) tegen de huid.
2 Plaats de slagadermarkering (B) zodanig over
de slagader dat de markering naar de hand of
voet wijst. Voor een correcte positionering
plaatst u de "index" van het manchetlabel (A) op
zo'n manier dat het binnen de bereiklabels (C)
valt. Als de manchet niet binnen het
aangegeven bereik valt, moet u een manchet
selecteren die beter geschikt is voor de omtrek
van het ledemaat.
3 Wikkel de leeggelopen manchet stevig rond het
lidmaat zonder de bloedcirculatie te
belemmeren. Zorg ervoor dat er ruimte is voor
een vinger tussen de manchet en de bovenarm
of het dijbeen voordat u die vastmaakt.
Parametervelden voor de niet-invasieve
bloeddruk
OPMERKING
In de volgende afbeelding ziet u een gangbare
indeling van een parameterveld. De indeling kan
veranderen als er aanvullende parameters
worden weergegeven. Zie "Parametervelden" op
pagina 85 voor meer informatie.
In parametervelden worden parameterwaarden ge-
rapporteerd en wordt de alarmstatus van parame-
ters aangegeven. In parametervelden kunnen ook
technische omstandigheden zoals losgeraakte
sensors e.d. worden gerapporteerd. Zie het hoofd-
stuk "Probleemoplossing" op pagina 519 voor ge-
detailleerde informatie over de inhoud van parame-
tervelden voor elke parameter.
De weergave van de parametervelden voor de niet-
invasieve bloeddruk hangt af van de modus die
voor de niet-invasieve bloeddruk werd
geselecteerd.
®
Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG8.0