Anesthesiegas-alarmconfiguratie
Op het A-gas alarmen-tabblad kunnen de
volgende parameters voor alle anesthesiegas-
alarmen worden gewijzigd:
– Alarmstatus (aan/uit)
– Ondergrens
– Bovengrens
– Archiefstatus
Het tabblad A-gas alarmen bestaat uit een tabel
met instelrijen voor elk anesthesiegas. Elke instelrij
bevat diverse velden om de afzonderlijke alarmin-
stellingen te configureren. Wanneer u een veld se-
lecteert om een instelling te configureren, wordt de
geselecteerde rij gemarkeerd met een oranje rand.
A
B
C
A Kolom voor parameterlabels
B Kolom Alarm aan/uit
C Kolom Onder grenzen
D Actuele parameterwaarden
E Kolom Boven grenzen
F Kolom Archief
G Toets Weergavefilter
Gebruiksaanwijzing – Infinity
D
E
F
H
G
®
Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG8.0
H De toets Alle automatisch instellen (zie
"Automatische instelling van alle alarmgrenzen"
op pagina 164)
WAARSCHUWING
Als u de alarmgrenzen op extreme waarden
instelt, is het mogelijk dat sommige
alarmcondities niet worden gedetecteerd en
noch met akoestische noch met optische
alarmsignalen worden aangekondigd.
De anesthesiegas-alarminstellingen configureren
OPMERKING
Voor meer informatie over anesthesiegas-alarm-
instellingen, zie "Alarmbereiken en standaard-
waarden" op pagina 175.
1 Druk op het overeenkomstige veld in de Alarm-
aan/uit kolom (B) om de alarmbewaking te
activeren of te deactiveren. Er verschijnt een
doorkruiste driehoek in het parameterveld als
de alarmbewaking is gedeactiveerd.
2 Druk op het overeenkomstige veld in de Onder-
kolom (C). Gebruik de draaiknop om de
ondergrens van het alarm in te stellen en druk
op de draaiknop om de instelling te bevestigen.
3 Druk op het overeenkomstige veld in de Boven-
kolom (E). Gebruik de draaiknop om de
bovengrens van het alarm in te stellen en druk
op de draaiknop om de instelling te bevestigen.
4 Druk op het overeenkomstige veld in de Archief-
kolom (F). Gebruik de draaiknop om één van de
volgende instellingen te selecteren en te bepalen
wat er gebeurt in het geval van een alarm:
– Uit – er worden geen events opgeslagen en
er worden geen registraties gemaakt.
– Opslaan – hiermee wordt de gebeurtenis
voor later gebruik opgeslagen.
– Registreren – hiermee wordt een
tijdgebonden registratie gemaakt.
– Opsl/ Reg – genereert een tijdgebonden
registratie en slaat de gebeurtenis op.
Selecteer de toets Alle automatisch instellen (J),
om de alarmgrenzen van alle parameters
automatisch bij te stellen. Zie pagina 164 voor
meer informatie.
Scio-bewaking
377