SpO
en pulsfrequentie met Nellcor OxiMax MCable
2
SpO
-weergave
2
De SpO
-weergave op de Cockpit bestaat uit:
2
– SpO
-parameterveld
2
– SpO
puls-plethysmogramcurve
2
SpO
-parameterveld
2
A
B
I
H
G
In dit diagram ziet u een gangbare indeling van een
parameterveld. De indeling kan veranderen als er
aanvullende parameters worden weergegeven. Zie
"Parametervelden" op pagina 292 voor meer
informatie.
In parametervelden worden parameterwaarden
gerapporteerd en wordt de alarmstatus van
parameters aangegeven. In parametervelden
kunnen ook technische omstandigheden zoals
losgeraakte sensors e.d. worden gerapporteerd.
Zie het hoofdstuk "Probleemoplossing" op
pagina 519 voor gedetailleerde informatie over de
inhoud van parametervelden voor elke parameter.
OPMERKING
De curve van het pulsplethysmogram is direct
evenredig met de sterkte van de pulsamplitude.
298
Gebruiksaanwijzing – Infinity
C
D
E
F
®
Het SpO
-parameterveld bestaat uit de volgende
2
elementen:
A SpO
-label
2
B Meeteenheden – kunnen worden
geactiveerd/gedeactiveerd
C PLS (puls)-label
D PLS-waarde
E Bovenste/onderste alarmgrenzen of
doorgekruiste driehoeksymbolen wanneer
alarmen zijn gedeactiveerd.
F "Alarm uit"-symbool als de alarmen zijn uitge-
schakeld. Als de alarmen zijn ingeschakeld,
worden de alarmgrenzen weergegeven.
OPMERKING
De alarmgrenzen voor SpO
op de Cockpit, de M540 en het ICS en op externe
apparaten, zelfs als de Alarmgrenzen
weergeven-instelling is uitgeschakeld (zie
pagina 474). Voor PLS wordt de ruimte voor de
grenzen in het parameterveld leeg gelaten.
Als de SpO
- en/of PLS-alarmen zijn uitgescha-
2
keld, verschijnt het normale symbool
het parameterlabel.
G Berichtgebied voor SpO
H SpO
-saturatiewaarde
2
I
SpO
-bliep; pulseert bij iedere gedetecteerde
2
puls (alleen wanneer de geselecteerd bron van
de pulstoon gelijk is aan SpO
zie pagina 299).
Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG8.0
zijn altijd zichtbaar
2
naast
-berichten
2
–
2