TRANSPORT & OPSLAG
Bij korte afstand en maximaal twee dagen reistijd:
1. Haal de inkt uit het inktreservoir. Haal de inkt uit het inktreservoir met een schone injectienaald of
pers alle inkt door de printkop in een schoon inktflesje (voor later hergebruik). Zie paragraaf 8.5.2.
2. Houd het codeergedeelte rechtop om inktlekkage vanuit het inktreservoir via het lucht toe-
/afvoerkanaal te voorkomen.
3. Gebruik de originele of gelijkwaardige verpakking voor de printapparatuur.
4. Label de doos met 'houd droog' labels zoals label (B) van Fig. 5.1 (zichtbaar aan alle kanten).
5. Label de doos met 'breekbaar' labels zoals label (C) van Fig. 5.1 (zichtbaar aan alle kanten).
6. Geef aan wat de bovenkant van de doos is met 'deze kant boven' labels zoals label (D) van Fig. 5.1
(zichtbaar aan alle zijkanten).
Bij grote afstand of ten minste twee dagen reistijd:
1. Haal de inkt uit het inktreservoir. Haal de inkt uit het inktreservoir met een schone injectienaald of
pers alle inkt door de printkop in een schoon inktflesje (voor later hergebruik). Zie paragraaf 8.5.2.
2. Vul het inktreservoir met 50ml reiniger.
3. Voer de procedure voor het onderhoud van de nozzles uit. Zie paragraaf 10.2.
4. Reinig het inktsysteem door reiniger door de printkop naar een opvangbakje te persen.
5. Herhaal de procedure vanaf instructie 2 tot dat alle printkopnozzles een schoon straaltje spuiten.
6. Extraheer of pers de resterende reiniger uit het inktreservoir (hetzelfde als instructie 1 maar vervang
"inkt" door "reiniger").
7. Controleer of het inktreservoir leeg is.
8. Houd het codeergedeelte rechtop om lekken van restvloeistof uit het inktreservoir door het
luchtafvoerkanaal te voorkomen.
9. Gebruik de originele of gelijkwaardige verpakking voor de printapparatuur.
10. Label de doos met 'houd droog' labels zoals label (B) van Fig. 5.1 (zichtbaar aan alle kanten).
11. Label de doos met 'breekbaar' labels zoals label (C) van Fig. 5.1 (zichtbaar aan alle kanten).
12. Geef aan wat de bovenkant van de doos is met 'deze kant boven' labels zoals label (D) van Fig. 5.1
(zichtbaar aan alle zijkanten).
5.1.3 Procedure voorafgaand aan opslag
Locatie en duur van de opslag van de printer zijn bepalend voor de procedure voorafgaand aan de opslag:
Wanneer deze nog gemonteerd is op de steun maar ten minste één maand buiten gebruik is:
1. Haal de inkt uit het inktreservoir. Haal de inkt uit het inktreservoir met een schone injectienaald of
pers alle inkt door de printkop in een schoon inktflesje (voor later hergebruik). Zie paragraaf 8.5.2.
2. Vul het inktreservoir met 50ml reiniger.
3. Voer de procedure voor het onderhoud van de nozzles uit. Zie paragraaf 10.2.
4. Reinig het inktsysteem door reiniger door de printkop naar een opvangbakje te persen.
5. Herhaal de procedure vanaf instructie 2 totdat alle printkopnozzles een schoon straaltje spuiten.
6. Extraheer of pers de resterende reiniger uit het inktreservoir (hetzelfde als instructie 1 maar vervang
"inkt" door "reiniger").
7. Controleer of het inktreservoir leeg is.
8. Plaats een stofhoes of zak over het codeergedeelte.
5-2
kortho
KGJ X-series
H550 AE
Rev.: 006