Advertenties
INSTALLATIE
Voorbeeld [5]: Axiale rotatie
Voorbeeld [6]: Axiale rotatie
Voorbeeld [7]: Axiale rotatie
x
10
or
18
Wanneer
gap
h
(
[mm]) met de volgende vergelijkingen:
AB
(
)
90
90
8
5 .
mm
x
18
gap
Fig. 6.15.
y
25
mm
clamp
x
33
.
05
x
0
gap
y
14
.
635
y
0
clamp
y
0
ARCTAN
0
x
0
h
y
y
AB
0
clam p
(
)
6.3.7
Radiale en axiale rotatie van de printkop [X54], [X72]
Een toepassing met een gecombineerde axiale en radiale rotatie van de printkop is moeilijker omdat de beide
grafieken, Fig. 6.13 en Fig. 6.16, niet kunnen worden gecombineerd. Zoals in paragraaf 3.3 is beschreven, is
het belangrijk dat het bovenste inktniveau in het reservoir voor iedere rotatie van de printkop ten minste 3
mm onder het niveau van de eerste (onderste) nozzle ligt, omdat de printkop anders inkt begint te lekken.
Het bovenste inktniveau ligt 16,8 mm onder niveau B wanneer het reservoir horizontaal staat. Dit betekent
dat niveau B 13,8 mm boven de eerste (onderste) nozzle van de printkop ligt. De afstand tussen de eerste
(onderste) nozzle en de onderkant van de printkopbehuizing bedraagt 15,4 mm.
Om het inktniveau van het codeergedeelte bij een axiale en radiale printkoprotatie ongeveer in te stellen:
1. Draai de printkopbehuizing zodanig dat het vlak van de frontplaat parallel aan het substraat staat
en loodrecht op de verplaatsingsrichting van het product.
2. Positioneer de printkopbehuizing op de gewenste plek. Niveau A ligt nu vast.
3. Klem een hulpstrip, 13,8 mm onder niveau B, met een klem aan het inktreservoir. De bovenzijde
van de hulpstrip ligt nu 3 mm boven het bovenste inktniveau.
4. Breng de hulpstrip in het horizontale vlak van de eerste nozzle terwijl de hulpstrip en het reservoir
met de ingebouwde waterpas horizontaal worden gehouden.
5. Markeer de positie van het inktreservoir.
6. Bevestig het inktreservoir op de gemarkeerde positie. Gebruik zo nodig extra klemmen, palen of
stangen.
H550 AE
Rev.: 006
45°,
klem laag,
90°,
klem laag,
-45°,
klem hoog,
mm
bereken dan voor een gegeven rotatiehoek (
;
is de axiale rotatiehoek van de printkopbehuizing.
mm
;
zoals te zien in Fig. 6.14 en Fig. 6.15
y
;
is de afstand tussen de hartlijnen van de printkopbehuizing en de
clamp
steunstang. Voor de printkopklem laag,
; horizontale afstand, voor
rotatiepunt van de printkop.
; verticale afstand, voor
rotatiepunt van de printkop.
;
is de axiale rotatiehoek van de lijn, voor
nozzle en het rotatiepunt van de printkop.
SIN
0
1
x
0
COS
0
kortho
= 10 mm,
= 10 mm,
= 18 mm,
0
, tussen de eerste (onderste) nozzle en het
, tussen de eerste (onderste) nozzle en het
KGJ X-series
hoogteverschil AB =1.0 mm
hoogteverschil AB =41.5 mm
hoogteverschil AB =–30.0 mm
) het hoogteverschil AB
.
clamp
, door de eerste (onderste)
6-11
Advertenties
Hoofdstukken
