Advertenties
INGEBRUIKNAME
Fig. 7.13
Gespiegeld afgedrukt testlabel
3. Druk op het icoon Instellingen.
4. Druk op de knop label.
5. Verander Label Oriëntatie van Normaal in Gespiegeld.
Let op:
Als er twee codeergedeelten op één besturingskast zijn aangesloten moet men de bovenstaande
stappen voor elk codeergedeelte afzonderlijk uitvoeren.
Let op:
Als er een codeergedeelte X54 of X72 op de besturingskast is aangesloten moet men ervoor zorgen
dat de instelling van de Productrichting in het menu Instellingen printer de juiste waarde heeft om een
optimale afdrukkwaliteit te krijgen, zie paragraaf 8.6.2.
7.4.2
Veranderen van de printrichting en spiegelen van de afdruk
1.
Maak een proefafdruk met het testlabel.
2.
Controleer of de proefafdruk op zijn kop is afgedrukt (Fig. 7.14). Zo niet is er geen verdere actie
nodig.
Fig. 7.14
Omgekeerd afgedrukt testlabel
3.
Druk op het icoon Instellingen.
4.
Druk op de knop Label.
Verander Label Oriëntatie van Normaal in 180 graden of van Gespiegeld in Gespiegeld + 180 graden.
5.
Let op:
Als er twee codeergedeelten op één besturingskast zijn aangesloten moet men deze parameters
voor elk codeergedeelte afzonderlijk instellen, zie ook paragraaf 8.7.
7.4.3
Instellen van de printsignaalparameters
De parameter Print ingang bepaalt welk soort printsignaal, van de fotocel of gastmachine, door de printer
wordt herkend. De opties zijn Hoog of Laag. Daarnaast is er een optie continu afdrukken.
De polariteit verwijst naar de stijgende (Hoog) of dalende (Laag) flank van het printsignaal. Continu
afdrukken betekent dat na iedere printcyclus de volgende printcyclus automatisch wordt gestart zolang het
printsignaal actief is.
Opmerking:
Bij de instelling continu afdrukken kan de parameter Afdrukvertraging gebruikt worden om de
afstand tussen de afdrukken in te stellen.
H550 AE
Rev.: 006
kortho
KGJ X-series
7-9
Advertenties
Hoofdstukken
