10 Inspectie en onderhoud
10.4
Heringebruikneming en proefbedrijf uitvoeren
a
Gevaar!
Verwondingsgevaar door hete en koude
componenten!
De warmtepomp mag pas na montage van alle
manteldelen in gebruik worden genomen.
> Monteer voor ingebruikneming alle mantel-
delen van de binnen- en buiteneenhe(i)
d(en) (¬ hoofdst. 7.10 en 7.12).
> Neem de warmtepomp in gebruik.
> Controleer het warmtepompsysteem op perfecte wer-
king.
> Als u een voeler vervangen hebt, is een herkalibrering
nodig. Voer hiervoor een zelftest uit, zie (¬ tab. 9.9,
menu A7).
106
Installatiehandleiding geoTHERM 0020106300_02