9 Aanpassing aan de CV-installatie
Weergegeven display
Pompsturing
Parameter
Bronpomp
CV-circuitpomp
Circulatiepomp
>kiezen
Zonneboiler
Parameter
Max. cv temperatuur
>Temperatuur kiezen
Tab. 9.6 Menu C: Parameters van de CV-installatie instellen
(vervolg)
88
Beschrijving
Brijnpomp (bronpomp): de brijnpomp is af
C10
fabriek afhankelijk van het toesteltype
op een bepaald pompvermogen inge-
steld. Het pompvermogen kan met
94 %
behulp van de diagrammen (¬ afb. 9.1
100 %
tot 9.5) nog verder geoptimaliseerd
worden.
100 %
CV-circuitpomp: de instelling van de
CV-pomp geldt alleen voor het directe
CV-bedrijf (zonder verwarmingswater-
buffervat of combiboiler). Is een verwar-
mingswaterbuffervat aangesloten, ver-
mindert het pompvermogen automa-
tisch met 50 %.
Circulatiepomp: het instelbereik
0 - 100 % is geen instelling van de
pompcapaciteit, maar een tijdvensterin-
deling met een interval van 10 min., bijv.
80% = 8 min. bedrijf, 2 min. pauze. Het
tijdvenster is actief. In dit tijdvenster
werkt de circulatiepomp volgens de
ingestelde procentwaarde. Bij het kiezen
van 0 % schakelt de circulatiepomp uit.
De circulatiepomp start niet zolang de
boiler nog te koud is.
C11
Dit menu verschijnt alleen bij een geïnstal-
leerde zonneboiler, bijv. VPS /2
95 °C
Max. cv temperatuur: als er nog voldoende
zonne-energie voorhanden is, wordt een
aangesloten buffervat VPS /2 via de
gewenste temperaturen voor verwar-
ming en warm water tot op de hier inge-
stelde maximaaltemperatuur opge-
warmd.
i
De aan het buffervat aangesloten
CV-circuits moeten mengcircuits
zijn.
Fabrieksinstelling
VWL 61 S: 88 %
VWL 81 S: 83 %
VWL 101 S: 94 %
VWL 141 S: 85 %
VWL 171 S: 90 %
100 %
100 %
Installatiehandleiding geoTHERM 0020106300_02