Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Storingen Van Ebus-Componenten; Storingen Met Tijdelijke Waarschuwingsmelding - Vaillant geoTHERM VWL 61/3 S Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

11 Storingsdiagnose en -verhelping
11.2

Storingen van eBUS-componenten

Storings-
Storingstekst/Beschrijving
code
1
XXX adres YY niet bereikbaar
4
XXX adres YY uitval sensor ZZZ
5
XXXX gewenste waarde wordt
niet bereikt
Tab. 11.1 Storingen van eBUS-componenten
11.3
Storingen met tijdelijke
waarschuwingsmelding
De volgende waarschuwingsmeldingen worden door tij-
delijke storingen in het bedrijf van de warmtepomp ver-
oorzaakt. De warmtepomp inclusief compressor blijft in
werking. De volgende fouten worden in het menu
waarschuwingsmelding in het storingsgeheugen weerge-
geven (¬ gebruiksaanwijzing).
Storings-
Storingstekst/Beschrijving
code
26
Drukzijde compressor overver-
hitting
36
Brijndruk laag
39
Luchtstroom geblokkeerd of
vervuild?
59
Laatste ontdooi procedure was
niet compleet
Tab. 11.2 Storingen met tijdelijke waarschuwingsmelding
108
Mogelijke oorzaak
Een via de eBus aangesloten compo-
nent XXX, b.v. VR 60 met het adres
YY wordt niet herkend.
Een sensor ZZZ van een via de eBus
aangesloten component XXX met
het adres YY is defect.
XXXX gewenste waarde wordt niet
bereikt.
1 als
Mogelijke oorzaak
Overmatig hoog vermogen bij hoge
aanvoertemperatuur.
VRC DCF-ontvanger met geïnte-
greerde buitentemperatuurvoeler
niet aangesloten (weergave „-60 °C"
= te hoge, berekende aanvoertempe-
ratuur).
Drukval in het brijncircuit door lek of
luchtkussen.
Druk < 0,6 bar.
Luchtinlaat of luchtuitlaat van de
lucht/brijn-warmtewisselaar (buiten-
eenheid) vervuild of door sneeuw
geblokkeerd.
Lucht in het brijncircuit.
Stroomuitval of defect van de ont-
dooiverwarming of van de veiligheid-
stemperatuurbegrenzer.
Brijnleidingen verwisseld.
Lucht in het brijncircuit.
Maatregel voor verhelpen
> eBUS-kabel- en -stekker controleren.
> Controleren of adresschakelaar correct is
ingesteld.
> ProE-stekkers op de printplaten controleren.
> Voeler op goede werking controleren.
> Voeler vervangen.
> Gewenste temperatuurwaarde controleren.
> Contact van de temperatuurvoeler met te
meten medium controleren en evt. tot stand
brengen.
Maatregel voor verhelpen
> Stooklijn reduceren.
> Nodig verwarmingsvermogen controleren
(afwerklaagdroging, ruwbouw) en evt. reduce-
ren.
> Bijgeleverde VRC DCF-ontvanger aansluiten.
> Brijncircuit op ondichtheden controleren.
> Brijnvloeistof bijvullen.
> Brijncircuit spoelen en ontluchten.
De rijp van de buiteneenheid wordt vaker ver-
wijderd dan nodig. De efficiëntie van de warmte-
pomp daalt.
> Buiteneenheid lucht/brijnwarmtewisselaar
van vuil en sneeuw ontdoen en reinigen.
> Controleren of het brijncircuit, vooral de
buiteneenhe(i)d(en) volledig ontlucht is.
Deze melding kan bij uitzondering bij bijzondere
weersomstandigheden (sterke koude wind rond
0 °C) optreden en vormt aanvankelijk geen pro-
bleem. Treedt de melding vaker op, controleer
dan de goede werking van de ontdooiverwar-
ming en van de veiligheidstemperatuurbegren-
zer in de buiteneenheid. Verder kan lucht in het
brijncircuit de oorzaak zijn.
> Brijnleidingen op verwisseling controleren.
> Controleren of het brijncircuit, vooral de
buiteneenhe(i)d(en) volledig ontlucht is.
Installatiehandleiding geoTHERM 0020106300_02

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave