6-2
PATIËNTENDIAGNOSTIEK EN CONTROLE
THERAPIEHISTORIE
THERAPIEHISTORIE
De pulsgenerator registreert automatisch gegevens die nuttig kunnen zijn bij het beoordelen
van de aandoening van de patiënt en de doeltreffendheid van de programmering van de
pulsgenerator.
De therapiehistoriegegevens kunnen op verschillende detailniveaus worden bekeken met
behulp van de PRM:
•
Aritmielogboek: geeft gedetailleerde informatie weer voor iedere gedetecteerde episode
("Aritmielogboek" op pagina 6-2)
•
Histogrammen en Tellers: geeft het totaal aantal en het percentage gestimuleerde
en gedetecteerde omstandigheden weer gedurende een bepaalde registratieperiode
("Histogrammen" op pagina 6-8 en "Tellers" op pagina 6-8)
•
Trends: geeft een grafisch overzicht van specifieke gegevens van de patiënt, de
pulsgenerator en de lead ("Trends" op pagina 6-10)
OPMERKING: Het dialoogvenster Overzicht en het tabblad Overzicht geven een geprioriteerde
lijst weer van events die zijn opgetreden sinds de laatste reset. Deze lijst bevat alleen VF-,
VT/VT-1- en ATR- (als deze langer dan 48 uur duurde) episodes.
ARITMIELOGBOEK
Het Aritmielogboek verschaft toegang tot de volgende gedetailleerde informatie over allerlei
soorten episodes (Figuur 6-1 op pagina 6-3):
•
Het aantal, de datum en tijd van het event
•
Het type event met tachyaritmie zone
•
Een overzicht van afgegeven of geprobeerde therapie (indien van toepassing)
•
Duur van het event (indien van toepassing)
•
Elektrogrammen met geannoteerde markers
•
Intervallen
OPMERKING: De gegevens omvatten informatie van alle actieve elektrodes. Het apparaat
comprimeert de historiegegevens om maximaal 17 minuten aan elektrogramgegevens (13
minuten als Patiëntgetriggerde Monitor geactiveerd is) op te slaan. De werkelijk opgeslagen
tijdsperiode kan echter variëren op basis van het type gegevens dat wordt gecomprimeerd
(bijv. ruis op de EGM of een episode van VF).