Tabel 2-9. Nominale waarden voor initiële detectie- en redetectieverfijningen
Parameter
V-frequentie > A-frequentie
(uitsluitend bij tweekamermo-
dellen)
A Fib frequentiedrempel (uitslui-
tend bij tweekamermodellen)
Stability (inhiberen)
Onset (alleen bij initiële detectie)
Initiële SRD
SRD-redetectie
Shock indien instabiel
V-frequentie > A-frequentie
De verfijning V-frequentie > A-frequentie (ventriculaire frequentie is hoger dan de atriale
frequentie) vergelijkt de atriale en ventriculaire frequenties om het type van snel ventriculair ritme
in te delen. Als de ventriculaire frequentie hoger is dan de atriale frequentie, zal er met therapie
gestart worden ongeacht de analyse van de andere geprogrammeerde detectie verfijningen.
De analyse gebeurt door vergelijking van de gemiddelde frequentie van de laatste 10
ventriculaire intervallen vóór afloop van de duur met het gemiddelde van de laatste 10 atriale
intervallen vóór afloop van de duur (Figuur 2-17 op pagina 2-18). Als er minder dan 10 atriale
intervallen beschikbaar zijn, worden die intervallen gebruikt om de gemiddelde atriale frequentie
te berekenen. Deze analyse wordt uitgevoerd aan de hand van de volgende criteria:
•
Als de gemiddelde ventriculaire frequentie tenminste hoger 10 min
atriale frequentie wordt de ventriculaire frequentie hoger verklaard dan de atriale frequentie
(wat aangeduid wordt met Waar op het Rapport met Episodedetails) en wordt de therapie
gestart.
•
Als de gemiddelde ventriculaire frequentie minimum 10 min
atriale frequentie (wat aangeduid wordt met Onwaar op het Rapport met Episodedetails),
kan therapie geïnhibeerd worden. Het rapport met Episodedetails zal de gemeten waarde
aangeven zelfs wanneer de parameter op Uit staat geprogrammeerd.
Als de therapie is geïnhibeerd, gaat de analyse van V-frequentie > A-frequentie door totdat
óf de ventriculaire frequentie hoger is dan de atriale frequentie, óf de andere verfijningen
therapiebehandeling aangeven. Op dat moment wordt de therapie gestart.
OPMERKING: V-frequentie > A-frequentie wordt niet geëvalueerd tijdens redetectie na
ATP-therapie.
Atriumtachyaritmie-
discriminatie
Aan
170 min
-1
20 ms
(DR-apparaten)
30 ms
(VR-apparaten)
– –
3:00 minuten:seconden
0:15 minuten:seconden
– –
DETECTIE VAN TACHYARITMIE
VENTRICULAIRE DETECTIE
Onset/Stability
Discriminatie sinustachy-
cardie
Aan
– –
– –
9%
3:00 minuten:seconden
– –
– –
lager is dan de gemiddelde
-1
2-17
Polymorfe VT-discriminatie
– –
– –
– –
– –
– –
– –
30 ms
is dan de gemiddelde
-1