3-4
TACHYARITMIETHERAPIE
VENTRICULAIRE THERAPIE
OPMERKING: In de VT-1-zone van een 3-zone configuratie of een VT-zone van een 2-zone
configuratie kunnen één of twee ATP-schema's als enige therapie geprogrammeerd worden,
waarbij alle shocks in de laagste zone op Uit geprogrammeerd zijn. Als met deze stimulatie
schema's geen einde wordt gemaakt aan een in de VT-1-zone gedetecteerde aritmie, wordt
tijdens deze episode geen verdere therapie afgegeven, tenzij de frequentie in een hogere zone
wordt gedetecteerd.
Zone
ATP1
VF
VT
Burst
1
VT-1
Burst
Figuur 3-2. Verloop van therapieafgifte, aritmie blijft in dezelfde zone blijft waarin deze oorspronkelijke werd gedetecteerd
ATP1 wordt in de VT-zone afgegeven,
omdat deze daar dezelfde sterkte heeft
als ATP2-therapie in de VT-1-zone.
Zone
ATP1
VF
3
VT
Burst
1
2
VT-1
Burst
Figuur 3-3. Verloop van therapieafgifte, ATP1 in de VT-zone en shock 2 in de VF-zone
Wanneer het ritme weer versnelt naar de
VT-zone wordt ATP2-therapie afgegeven,
omdat ATP1 tijdens de episode al is gebruikt.
Zone
ATP1
VF
1
3
VT
Burst
2
VT-1
Burst
Figuur 3-4. Verloop van therapieafgifte, ATP2-therapie
ATP2
Shock 1
Shock 2
5 J
3 J
Scan
2
3
0,1 J
Ramp
Als het ritme versnelt naar de VF-zone, wordt Shock
2 in de VF-zone afgegeven, omdat Shock 1 daar
een lagere energie heeft dan Shock 1 in de VT-zone.
ATP2
Shock 1
Shock 2
5
2 J
4
3 J
Uit
0,1 J
Ramp
ATP2
Shock 1
Shock 2
11 J
4
5 J
Scan
5
3 J
Ramp
Overige shocks
11 J
max
max
max
max max
9 J
max
max
max
max
4
5
6
7
2 J
max
max
max
Overige shocks
11 J
max
max
max
max max
6
7
8
9
9 J
max
max
max
max
2 J
max
max
max
Overige shocks
7
17 J
max
max
max
max
6
8
9
9 J
max
max
max
max
5 J
max
max
max
max
max
max
max