Inhoudsopgave
Advertenties
B-2
INTERACTIE MET PACEMAKERS
•
Om de kans op interactie met pacemakers zo klein mogelijk te maken, kan het zin hebben
de afzonderlijke pacemaker te testen door de instellingen ervan als volgt te programmeren:
–
–
–
Overweeg eveneens het gebruik van frequentiedetectie leads en pacemakerleads met
elektroden dicht bij elkaar (vb. 11 mm).
•
Overweeg de bradycardie-stimulatiefunctie van de ICD uit te schakelen of die functie te
programmeren op een frequentie die lager ligt dan die van de afzonderlijke pacemaker.
•
Overweeg voor stimulatiecontrole na enige shocktherapie om al dan niet de functie
bradycardiestimulatie post-therapie van de ICD te gebruiken bij hogere frequenties en
outputs of de afzonderlijke pacemaker.
Met de volgende test kunnen mogelijke interacties tussen een pacemaker en de ICD worden
opgespoord (Figuur B-1 op pagina B-3).
De laagste toegestane amplitude waarbij nog veilig in de chronische status gestimuleerd
kan worden
De maximale gevoeligheid om er zeker van te zijn dat tijdens VF stimulatie wordt
geïnhibeerd
De minimale hartfrequentie die voor de patiënt nog acceptabel is
Advertenties
Inhoudsopgave
