Externe besturing
Wanneer de omvormer onder externe (afstands) besturing staat, worden
de stuursignalen gegeven via
• de I/O-klemmen (digitale en analoge ingangen), of optionele I/O-
uitbreidingsmodules
• de veldbusinterface (via de interne-veldbus interface of een optionele
veldbusadaptermodule).
Er zijn twee externe besturingslocaties, EXT1 en EXT2, beschikbaar. De gebruiker
kan de bronnen voor de start- en stopopdrachten afzonderlijk kiezen voor elke locatie
in het menu Primaire instellingen (Menu - Primaire instellingen - Start, stop,
referentie) of door het instellen van parameters 20.01...20.10. De besturingsmodus
kan voor elke plaats afzonderlijk gekozen worden, waardoor snel overschakelen naar
verschillende bedrijfsmodi mogelijk is, bijvoorbeeld tussen toerental- en
koppelregeling. Selectie tussen EXT1 en EXT2 wordt gedaan via elke binaire bron
zoals een digitale ingang of veldbus-controlwoord (Menu - Primaire instellingen -
Start, stop, referentie - Secundaire bedieningslocatie of parameter 19.11).
De bron van de referentie kan voor elke bedrijfsmodus afzonderlijk gekozen worden.
Instellingen en diagnostiek
Parameters:
20.01 Ext1 opdrachten...20.10 Ext2 in3 bron
Ext1/Ext2 selectie
Gebeurtenissen: -
Communicatie-verlies functionaliteit
De communicatie-verlies functionaliteit verzekert u van een continu proces zonder
onderbrekingen. Als er communicatie-verlies optreedt, wijzigt de omvormer
automatisch de besturingslocatie van EXT1 naar EXT2. Hierdoor kan het proces
gestuurd worden door bijvoorbeeld via de PID-regeling van de omvormer. Wanneer
de oorspronkelijke besturingsplaats hersteld is, schakelt de omvormer automatisch
de besturing terug naar het communicatie-netwerk (EXT1).
(pagina 250).
Programmakenmerken 111
(pagina 252), en
19.11