Inhoudsopgave
Advertenties
422 Parameters
Nr.
Naam/Waarde
0,00...1000,00 s
76.58
PFC toerental houd
uit
0,00...1000,00 s
76.59
PFC schakelaar ver-
traging
0,20...600,00 s
76.60
PFC helling accele-
ratietijd
0,00...1800,00 s
76.61
PFC helling decele-
ratietijd
0,00...1800,00 s
76.70
PFC autochange
Beschrijving
Tijd.
Houd-tijd voor uitschakelen van hulpmotor. Zie parameter
76.31 Stop punt
1.
Tijd.
Startvertraging voor de motor die direct gestuurd wordt door
de omvormer. Dit heeft geen effect op het starten van de
hulpmotoren.
WAARSCHUWING! Er moet altijd een vertraging
ingesteld zijn als de motoren voorzien zijn van ster-
driehoekstarters. De vertraging moet langer zijn dan
de tijdinstelling van de starter. Nadat de motor ingeschakeld
is door de relais-uitgang van de omvormer, moet er genoeg
tijd zijn voor de sterdriehoekstarter om eerst naar ster en
dan terug naar driehoek te schakelen vóórdat de motor aan-
gesloten wordt op de omvormer.
Tijdsvertraging.
Bepaalt de acceleratietijd voor de motor-toerental compensa-
tie van de omvormer, wanneer een hulpmotor gestopt wordt.
Deze hellingtijd wordt ook gebruikt voor de omvormermotor
om te accelereren nadat een autochange plaatsgevonden
heeft.
Bepaalt de acceleratietijd indien de laatste referentie ontvan-
gen door de omvormer, hoger is dan de voorgaande referen-
tie. Deze parameter wordt ook gebruikt om de pomp te
accelereren wanneer de hulppomp gestart wordt.
De parameter stelt de opbouwtijd in als seconden van nul
tot maximum frequentie (niet van voorgaande referentie
naar nieuwe referentie).
Tijd.
Bepaalt de deceleratietijd voor de motor-toerental compensa-
tie van de omvormer, wanneer een hulpmotor gestart wordt.
Deze hellingtijd wordt ook gebruikt voor de omvormermotor
om te decelereren nadat een autochange plaatsgevonden
heeft.
Bepaalt de deceleratietijd indien de laatste referentie ont-
vangen door de omvormer, lager is dan de voorgaande refe-
rentie. Deze parameter wordt ook gebruikt om de pomp te
decelereren wanneer de hulppomp gestopt wordt.
De parameter stelt de afbouwtijd in als seconden van maxi-
mum tot nul frequentie (niet van voorgaande referentie naar
nieuwe referentie).
Tijd.
Bepaalt de manier waarop autochange getriggerd wordt.
In alle gevallen behalve
volgorde één stap naar voren geschoven telkens wanneer
de autochange plaatsvindt. Als de startvolgorde eerst 1-2-3-
4 is, zal de volgorde na de eerste autochange 2-3-4-1 zijn,
etc.
Voor
Gelijkmatige
slijtage, zal de startvolgorde zodanig
bepaald worden dat de bedrijfstijden van alle motoren bin-
nen de gedefinieerde limiet blijven.
Opmerking: Autochange vindt alleen plaats wanneer het
toerental van de omvormer onder het toerental ligt gedefini-
eerd door parameter
76.73 Autochange
Zie ook de sectie
Autochange
Gelijkmatige
slijtage, wordt de start-
niveau.
op pagina 147.
Def/FbEq16
1 = 1 s
0,00 s
1 = 1 s
0,50 s
1 = 1 s
1.00 s
1 = 1 s
1.00 s
1 = 1 s
Niet
geselecteerd
Advertenties
Inhoudsopgave
