144 Programmakenmerken
Pomp- en ventilator-regeling (PFC)
De Pomp- en ventilator-regeling (PFC) wordt gebruikt in pomp of ventilator systemen
bestaande uit één omvormer en meerdere pompen en ventilatoren. De omvormer
regelt het toerental van één van de pompen/ventilatoren en sluit (en ontkoppelt)
daarbij de andere pompen/ventilatoren rechtstreeks aan op het voedingsnetwerk
via magneetschakelaars.
De PFC-regeling logica schakelt hulpmotoren in en uit zoals vereist door de
capaciteitsveranderingen van het proces. In een pomp-applicatie bijvoorbeeld,
regelt de omvormer de motor van de eerste pomp, door het motortoerental te
variëren om de opbrengst van de pomp te regelen. Deze pomp is de toerental-
geregelde pomp. Wanneer de vraag (beschreven door de proces PID-referentie)
de capaciteit van de eerste pomp (een door de gebruiker gedefinieerde
toerental/frequentie limiet) overschrijdt, start de PFC-logica automatisch een
hulppomp. De logica verlaagt ook het toerental van de eerste pomp, geregeld door
de omvormer, rekening houdend met de toevoeging aan de totale systeemopbrengst
door de hulppomp. De PID-regeling past dan, net als voorheen, het toerental/de
frequentie van de eerste pomp zodanig aan, dat de systeemopbrengst voldoet aan
de behoeften van het proces. Als de vraag blijft toenemen, voegt de PFC-logica meer
hulppompen toe, op een vergelijkbare manier als zojuist beschreven.
Als de vraag daalt, zodanig dat het toerental van de eerste pomp daalt onder een
minimum limiet (door de gebruiker gedefinieerd als een toerental/frequentie limiet),
stopt de PFC-logica automatisch een hulppomp. De PFC-logica verhoogt ook het
toerental van de door de omvormer geregelde pomp, rekening houdend met
de ontbrekende opbrengst van de gestopte hulppomp.
De Pomp en ventilator regeling (PFC) wordt alleen ondersteund in externe
bedieningslocatie EXT2.