Inhoudsopgave
Advertenties
Nr.
Naam/Waarde
Gebruikte
toerentalref
Gebr koppelref
Freq ref gebruikt
Inverter temperatuur
Proces PID uit
Proces PID afw
Proces PID setpoint
Proces PID afwijking
Overig
32.08
Bewaking 1 filtertijd
0,000 ... 30,000 s
32.09
Bewaking 1 laag
-21474836,00...
21474836,00
32.10
Bewaking 1 hoog
-21474836,00...
21474836,00
32.11
Bewaking
1 hysterese
0,00...100000,00
32.15
Bewaking 2 functie
Niet actief
Laag
Hoog
Abs. laag
Abs. hoog
Beide
Abs Beide
Beschrijving
24.01 Gebruikte toerentalref
26.02 Koppelref gebruikt
28.02 Frequentieref helling uitgang
05.11 Inverter temperatuur
40.01 Proces PID uitgang actueel
40.02 Proces PID terugkop actueel
40.03 Proces PID setpoint actueel
40.04 Proces PID afwijking actueel
Bronkeuze (zie
Termen en afkortingen
Definieert een filtertijdconstante voor het signaal
gemonitoord door signaalbewaking 1.
Signaal filtertijd.
Bepaalt de onderlimiet voor signaalbewaking 1.
Onderlimiet.
Bepaalt de bovenlimiet voor signaalbewaking 1.
Bovenlimiet.
Bepaalt de hysterese voor het signaal gemonitoord door
signaalbewaking 1. Deze parameter is van toepassing op
alle selecties voor parameter
alleen Hysteresis (7).
Actie wordt ondernomen wanneer het signaal stijgt tot boven
de waarde gedefinieerd door de bovenlimiet + 0,5 ·
hysteresis. De actie wordt gedeactiveerd wanneer het signaal
daalt onder de waarde gedefinieerd door de onderlimiet - 0,5 ·
hysteresis.
Hysterese.
Kiest de modus van signaalbewakingsfunctie 2. Bepaalt hoe
het gemonitoorde signaal (zie parameter 32.17) vergeleken
wordt met zijn onder- en bovenlimieten (respectievelijk
32.19
en 32.20). De te ondernemen actie wanneer aan de
voorwaarde voldaan wordt, wordt geselecteerd door 32.16.
Signaalbewaking 2 niet in gebruik.
Actie wordt ondernomen wanneer het signaal tot onder
de onderlimiet daalt.
Actie wordt ondernomen wanneer het signaal tot boven
de bovenlimiet stijgt.
Actie wordt ondernomen wanneer de absolute waarde van
het signaal daalt tot onder zijn (absolute) onderlimiet.
Actie wordt ondernomen wanneer de absolute waarde van
het signaal stijgt tot boven zijn (absolute) bovenlimiet.
Actie wordt ondernomen wanneer het signaal daalt tot onder
zijn onderlimiet of stijgt tot boven zijn bovenlimiet.
Actie wordt ondernomen wanneer de absolute waarde van
het signaal daalt tot onder zijn (absolute) onderlimiet of stijgt
tot boven zijn (absolute) bovenlimiet.
(pagina 286).
(pagina 293).
(pagina 298).
(pagina 208).
(pagina 363).
(pagina 363).
(pagina 363).
(pagina 363).
op pagina 198).
32.35 Bewaking 4
functie, niet
Parameters 329
Def/FbEq16
20
21
22
23
24
25
26
27
-
0,000 s
1000 = 1 s
0,00
-
0,00
-
0,00
-
Niet actief
0
1
2
3
4
5
6
Advertenties
Inhoudsopgave
