Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Runvrijgave Stop Modus - ABB ACS580 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor ACS580:
Inhoudsopgave

Advertenties

270 Parameters
Nr.
Naam/Waarde
21.24
Soft start stroom
10,0...200,0%
21.25
Soft start toerental
2,0...100,0%
21.26
Koppel boost stroom
15,0...300,0%
21.27
Koppelboosttijd
0,0...60,0 s
21.30
Stopmodus met
toerental-
compensatie
Uit
Speed comp FWD
Beschrijving
Stroom gebruikt bij de stroomvector rotatie bij lage
toerentallen. Verhoog de soft-startstroom als de applicatie
vereist dat slingeren van de motoras geminimaliseerd moet
worden. Merk op dat nauwkeurige koppelregeling niet
mogelijk is in de stroomvector rotatie modus.
Kan alleen voor synchrone permanentmagneetmotoren
gebruikt worden.
Waarde in procenten van de nominale motorstroom
Uitgangsfrequentie tot waarbij de stroomvector-rotatie
gebruikt wordt. Zie parameter
Kan alleen voor synchrone permanentmagneetmotoren
gebruikt worden.
Waarde als een percentage van de nominale
motorfrequentie.
Definieert de maximum geleverde stroom aan de motor
wanneer
(21.19 Scalar start modus
Koppel boost
(zie pagina 268).
Parameterwaarde is in procenten van de nominale
motorstroom. Nominale waarde van de parameter is
100,0%.
Koppelboost wordt alleen bij de start toegepast, en stopt
wanneer de uitgangsfrequentie meer is dan 40% van de
nominale frequentie of wanneer de uitgangsfrequentie gelijk
is aan de referentie.
Kan alleen in scalaire motorbesturingsmodus gebruikt
worden.
Waarde in procenten van de nominale motorstroom
Bepaalt de minimale en maximale koppelboosttijd.
Als de koppelbooststijd minder dan 40% van de
frequentieversnellingstijd bedraagt (zie parameters
en 28.74), dan wordt de koppelboosttijd ingesteld op 40%
van de frequentieversnellingstijd.
Nominale motortijd.
Selecteert de methode die gebruikt wordt om de omvormer
te stoppen. Zie ook sectie.
(pagina 170).
Stop met toerental-compensatie is alleen actief als
• de bedrijfsmodus niet koppel is, en
• parameter
21.03 Stop modus
• parameter

20.11 Runvrijgave stop modus

(in het geval dat Run-vrijgave ontbreekt).
Stop volgens parameter
toerental-compensatie.
Als de draairichting voorwaarts is, wordt toerental
compensatie gebruikt voor remmen over constante afstand.
De toerentalafwijking (tussen gebruikt toerental en
maximum toerental) wordt gecompenseerd door de
omvormer bij het huidig toerental te laten lopen voordat de
motor langs een helling wordt gestopt.
Als de draairichting achteruit is, dan stopt de omvormer
langs een helling.
21.19 Scalar start
ingesteld is op
Stop met toerental-compensatie
is Helling, of
is
21.03 Stop
modus, geen stop met
Def/FbEq16
50,0%
1 = 1%
10,0%
modus.
1 = 1%
100,0%
1 = 1%
20,0 s
28.72
1 = 1 s
Uit
Helling
0
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave