164 Programmakenmerken
DC-houd
De functie maakt het mogelijk om de rotor te vergrendelen bij (ongeveer) nul toeren
midden in normaal bedrijf. DC-houd wordt geactiveerd door parameter
DC stroom
regeling. Wanneer zowel de referentie als het motortoerental onder
een bepaald niveau dalen (parameter
met het opwekken van een sinusvormige stroom en gaat DC in de motor injecteren.
De stroom wordt ingesteld door parameter
referentie boven parameter
in normaal bedrijf.
Motor toerental
Referentie
21.09 DC hold toerental
Instellingen en diagnostiek
Parameters:
21.08 DC stroom regeling
(pagina 266).
Gebeurtenissen: -
Namagnetisatie
Deze functie houdt de motor gemagnetiseerd gedurende een bepaalde periode
(parameter
21.11
Namagnetisatietijd) nadat de motor gestopt is. Dit om te voorkomen
dat de machine onder belasting beweegt, bijvoorbeeld voordat een mechanische rem
toegepast kan worden. Namagnetisatie wordt geactiveerd door parameter
DC stroom
regeling. De magnetisatiestroom wordt ingesteld door parameter
DC stroom
referentie.
Opmerking: Namagnetisatie is alleen beschikbaar wanneer de stopmodus helling
geselecteerd is (zie parameter
Instellingen en diagnostiek
Parameters:
21.03 Stop modus
en
21.11 Namagnetisatietijd
Gebeurtenissen: -
21.09 DC hold
21.10 DC stroom
21.09 DC hold toerental
(pagina 266) en
21.03 Stop
modus).
(pagina 263),
21.08 DC stroom regeling
(pagina 266).
toerental),stopt de omvormer
referentie. Wanneer de
komt, gaat de omvormer door
DC houd
21.09 DC hold toerental
21.08
t
t
21.08
21.10
(pagina 266)