INSTELLINGEN
Ga naar Instellingen > Sportprofielen en kies een profiel dat je wilt bewerken om sport-
profielinstellingen weer te geven of te wijzigen. Door LICHT ingedrukt te houden kun je sport-
profielinstellingen ook openen vanuit de pre-trainingsmodus. Bij sportprofielen die meerdere sporten
omvatten (bijv. triathlon en biatlon) kun je de instellingen voor elke sport wijzigen. Bijvoorbeeld bij tri-
athlon kun je de instellingen voor zwemmen, fietsen en hardlopen wijzigen.
Trainingsgeluiden: kies Uit, Zacht, Luid of Zeer luid.
l
Feedback door trilling: kies Aan of Uit. Als dit ingeschakeld is trilt de V800 bijvoorbeeld als je
l
een trainingssessie start of stopt, als een GPS-signaal gevonden is, of als je een trainingsdoel
bereikt.
Hartslaginstellingen: Hartslagweergave: kies Hartslagen per minuut (hsm), % van maxi-
l
mum of % van HR-reserve. Limieten HR-zones controleren: de limieten voor elke hart-
slagzone controleren. HR zichtbaar op ander apparaat: kies Aan of Uit. Als je Aan kiest,
kunnen andere compatibele apparaten (bijv. fitnessapparaten) je hartslag detecteren.
Instellingen fietsvermogen Kies Vermogensweergave, Voortschr. gem. vermogen, FTP-
l
waarde instellen of Controleer vermogenszonelimieten. Stel in hoe je je vermogen wilt zien,
hoe vaak gegevenspunten van je vermogen worden geregistreerd, stel je FTP-waarde in of geef je
vermogenszonelimieten weer.
GPS-registratie: Kies Uit, Hoge nauwkeurigheid, Normale nauwkeurigheid of Ener-
l
giebesparing, lange sessie.
Als je de energiebesparende modus of op locatie gebaseerde automatische ronde met normale
nauwkeurigheid gebruikt, kun je de functies Automatisch pauzeren en Routebegeleiding niet gebruiken.
Als je de energiebesparende modus gebruikt tijdens het fietsen, wordt je actuele snelheid niet weer-
gegeven.
Sportspecifieke tikgevoeligheid: Kies Uit, Zacht tikken, Normaal tikken, Hard tikken of
l
Zeer hard tikken. Stel in hoe hard je op het display moet tikken bij tikbewegingen.
Stride sensor: Kies Kalibratie of Kies sensor voor snelheid. Kies Automatisch of Hand-
l
matig in Kalibratie. Stel in Kies sensor voor snelheid de bron in van de snelheidsinformatie:
Stride sensor of GPS. Zie "Polar stride sensor Bluetooth® Smart" op pagina 108 voor meer infor-
matie over kalibratie van de stride sensor.
Stride sensor kalibreren is alleen zichtbaar als een stride sensor gekoppeld is.
Hoogte kalibreren: de juiste hoogte instellen. Aanbevolen wordt de hoogte altijd handmatig te
l
kalibreren als je je huidige hoogte kent.
37