7a. Schema (wanneer 6
= schema):
e
Î Stel het schemanummer van het gewenste schema
in.
7b. Systeemkeuze zonne-energie (wanneer 6
systeem):
Î Stel het gewenste zonne-energiesysteem (aantal
collectoren en boilers, hydraulische uitvoering) in.
8. Het inbedrijfstellingsmenu afsluiten:
Na de systeemselectie resp. de invoer van een sche-
manummer volgt een veiligheidsvraag. Als deze wordt
bevestigd, worden de instellingen opgeslagen.
Î Druk om de veiligheidsvraag te bevestigen op de
knop ➄.
Î Om naar de instelkanalen van het inbedrijfstelling-
menu terug te gaan drukt u op toets ➆. Wanneer
de veiligheidsvraag werd bevestigd, is de regelaar
bedrijfsklaar en moet met de fabrieksinstellingen
een optimaal bedrijf van het systeem mogelijk ma-
ken.
Aanwijzing
De in het inbedrijfstellingsmenu gedane instel-
lingen kunnen na de inbedrijfstelling op elk ge-
wenst moment in het betreffende instelkanaal
worden gewijzigd. Extra functies en opties
kunnen ook worden geactiveerd en ingesteld
(zie hoofdstuk 44).
Voer vóór de overdracht aan de exploi-
tant van het systeem de bedienercode
van de klant in (zie hoofdstuk 91).
20
5.1
De regelaar is voorgeprogrammeerd voor 13 solar basissystemen. De keuze vindt
plaats afhankelijk van het aantal warmtebronnen (collectorvelden) en koudebronnen
(boiler, zwembad). De fabrieksinstelling is systeem 1.1.1.
De instelling van het zonne-energie-basissysteem behoort tot de belangrijkste instel-
lingen en wordt al in het inbedrijfstellingsmenu gevraagd.
Eerst worden het aantal collectorvelden en de boiler opgeroepen, dan de hydrauli-
sche variant.
=
e
Het systeem wordt bij de keuze aan de hand van het aantal collectorvelden en
boilers grafisch weergegeven. Het voorbeeld toont systeem 2.3.x met 2 collector-
velden en 3 boilers.
De hydraulische uitvoering heeft betrekking op de verschillende stuurelementen die
moeten worden aangestuurd. Deze worden symbolisch in het display grafisch weer-
gegeven als de uitvoering wordt gekozen. Het bovenste symbool toont de bij de col-
lectorvelden behorende stuurelementen, het onderste symbool de bij de boilers be-
horende stuurelementen. Het voorbeeld toont het keuzebeeld voor systeem 2.3.2.
Hier beschikt elk collectorveld over een 2-weg ventiel. De boilers worden via een
pomplogica aangestuurd. Voor ieder basissysteem wijst de regelaar overeenkomsti-
ge relais- en sensorbezettingen toe. De toewijzingen van alle combinaties worden
in hfdst. 5.2 weergegeven.
Basissystemen
Aanwijzing
Een zonne-energie-installatie met een boiler, die in het lagenopladingsprin-
cipe zowel boven als ook onder wordt geladen, wordt met de regelingen
als 2-boiler-installatie gerealiseerd. (Boiler boven = boiler 1; boiler onder
= boiler 2).