16
Ingangen / module
In menu ingangen / module kunnen externe modules worden aan- en afgemeld,
en sensor-offsets worden ingesteld.
16.1
Modules
In dit submenu kunnen tot 5 externe modules worden aangemeld.
Uit alle aangesloten en door de regelaar erkende modules kan worden gekozen.
Î Om een module aan te melden, kiest u betreffende menuregel met de knop ➄.
Het selectievakje geeft de keuze weer. Als een module is aangemeld, kan uit de
sensoringangen en relaisuitgangen in de betreffende menu's van de regelaar worden
gekozen.
ingangen / module / module
Instelkanaal
Betekenis
module 1 ... 5
Aanmelding van externe modules
92
Instelbereik / keuze Fabrieksinstelling
-
-
16.2
Ingangen
In dit submenu kan voor elke sensoringang worden ingesteld welk sensortype is
aangesloten. Er kan worden gekozen uit:
• S1 ... S12:
Schakelaar, Fern (afstandsbediening), BAS (bedrijfsmo-
dusschakelaar), Pt1000, Pt500, KTY, Geen
• S13 / IMP1 ... S15 / IMP3: Impuls, schakelaar, Fern (afstandsbediening), BAS (be-
drijfsmodusschakelaar), Pt1000, Pt500, KTY, Geen
• CS10:
A ... K
• Ga1, Ga2:
RPS, VFS, geen
• Gd1, Gd2:
RPD, VFD, geen
• FR1:
DN20, DN25, DN32, geen
Kans op schade aan de installatie!
LEt op!
Het kiezen van een onjuist sensortype leidt tot ongewenst regelge-
drag. In het ergste geval kan er schade aan de installatie ontstaan!
Î Let erop dat het sensortype wordt gekozen!
Als KTY, Pt500 of Pt1000 is gekozen, verschijnt het kanaal offset, waarin een indivi-
duele sensor-offset kan worden ingesteld.
Î Om de offset voor een sensor in te stellen, kiest u de betreffende menuregel
met de knop ➄.
Î Om de offset voor een sensor vast te leggen, stelt u de waarde in met de knop-
pen ❷ en ❹ en bevestigt u deze met de knop ➄.