Onbewerkt werkstuk definiëren: BLK FORM
Direct na het openen van een nieuw programma moet een
rechthoekig, onbewerkt werkstuk gedefinieerd worden. Om het
onbewerkte werkstuk achteraf te definiëren, moeten de toets SPEC
FCT en daarna de softkeys PROGRAMMA-INSTELL. en BLK FORM
worden ingedrukt. Deze definitie heeft de TNC nodig voor grafische
simulaties. De zijden van het rechthoekige blok mogen niet langer zijn
dan 100 000 mm en liggen parallel aan de assen X,Y en Z. Dit
onbewerkte werkstuk wordt door twee van zijn hoekpunten
vastgelegd:
MIN-punt: kleinste X-, Y- en Z-coördinaat van het rechthoekige blok;
absolute waarden invoeren
MAX-punt: grootste X-, Y- en Z-coördinaat van het rechthoekige
blok; absolute of incrementele waarden invoeren
De definitie van het onbewerkte werkstuk is alleen
noodzakelijk, wanneer het programma grafisch moet
worden getest!
100
Programmeren: basisprincipes, bestandsbeheer