9.7 Q-parameters controleren en
veranderen
Werkwijze
Q-parameters kunnen bij het maken, testen en afwerken in de
werkstanden Programmeren/bewerken, Programmatest,
Automatische programma-afloop en Programma-afloop regel voor
regel worden gecontroleerd en veranderd.
Eventueel Programma-afloop afbreken (bijv. externe STOP-toets en
softkey INTERNE STOP indrukken) resp. Programmatest stoppen
Q-parameterfuncties oproepen: toets Q resp. softkey
Q INFO in de werkstand Programmeren/bewerken
indrukken
De TNC maakt een lijst van alle parameters en de
bijbehorende actuele waarden. Kies met de
pijltoetsen of de softkeys de gewenste parameter
voor het per bladzijde verderbladeren
Wanneer de waarde moet worden veranderd, voer
dan een nieuwe waarde in en bevestig deze met de
ENT-toets
Wanneer de waarde niet moet worden veranderd, dan
moet de softkey ACTUELE WAARDE worden
ingedrukt of de dialoog met de END-toets worden
beëindigd
Door de TNC in cycli of intern toegepaste parameters zijn
van commentaar voorzien.
Als u lokale, globale of stringparameters wilt controleren
of wijzigen, moet u de softkey PARAMETERS TONEN Q
QL QR QS indrukken. De TNC geeft dan alle
desbetreffende parameters weer, de eerder beschreven
functies zijn eveneens van toepassing.
310
Programmeren: Q-parameters