Bewerkingsvlak via twee vectoren definiëren:
PLANE VECTOR
Toepassing
De definitie van een bewerkingsvlak via twee vectoren kan worden
toegepast, indien uw CAD-systeem de basisvector en de
normaalvector van het gezwenkte bewerkingsvlak kan berekenen. Er
is geen gestandaardiseerde invoer noodzakelijk. De TNC berekent de
standaardisatie intern, zodat u waarden tussen -99.999999 en
+99.999999 kunt invoeren.
De voor de definitie van het bewerkingsvlak benodigde basisvector is
door de componenten BX, BY en BZ bepaald (zie afbeelding
rechtsboven). De normaalvector is door de componenten NX, NY en NZ
bepaald.
Let vóór het programmeren op het volgende
De basisvector bepaalt de richting van de hoofdas in het
gezwenkte bewerkingsvlak, de normaalvector moet
loodrecht op het gezwenkte bewerkingsvlak staan en
bepaalt dus de richting.
De TNC berekent intern uit de door u ingevoerde waarden
telkens gestandaardiseerde vectoren.
Parameterbeschrijving voor het positioneergedrag: Zie
"Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen",
bladzijde 486.
HEIDENHAIN iTNC 530
479