Cirkelbaan C om cirkelmiddelpunt CC
Het cirkelmiddelpunt CC moet worden vastgelegd voordat de
cirkelbaan geprogrammeerd wordt. De laatst geprogrammeerde
gereedschapspositie voor de cirkelbaan is het startpunt van de
cirkelbaan.
Gereedschap naar het startpunt van de cirkelbaan verplaatsen
Coördinaten van het cirkelmiddelpunt invoeren
Coördinaten van het eindpunt van de cirkelboog
invoeren, indien nodig:
Rotatierichting DR
Aanzet F
Additionele M-functie
De TNC voert cirkelbewegingen gewoonlijk in het actieve
bewerkingsvlak uit. Wanneer u cirkels programmeert die
niet in het actieve bewerkingsvlak liggen, bijv. C Z...
X... DR+ bij gereedschapsas Z, en gelijktijdig deze
beweging roteert, dan maakt de TNC een ruimtelijke
cirkel, dus een cirkel in 3 assen.
NC-voorbeeldregels
5 CC X+25 Y+25
6 L X+45 Y+25 RR F200 M3
7 C X+45 Y+25 DR+
Volledige cirkel
Programmeer voor het eindpunt dezelfde coördinaten als voor het
startpunt.
Start- en eindpunt van de cirkelbeweging moeten op de
cirkelbaan liggen.
Invoertolerantie: tot 0,016 mm (via MP7431 te kiezen).
Kleinst mogelijke cirkel die de TNC kan maken: 0.016 mm.
224
Programmeren: contouren programmeren