Kalibratiewaarden weergeven
De TNC slaat de actieve lengte, de actieve radius en de waarde van de
middenverstelling van het tastsysteem op en houdt met deze
waarden rekening bij later gebruik van het tastsysteem. Om de
opgeslagen waarden weer te geven, moet u op KAL. L en KAL. R
drukken.
Wanneer u meerdere tastsystemen of kalibratiegegevens
gebruikt: Zie "Meerdere regels van kalibratiegegevens
beheren", bladzijde 578.
Meerdere regels van kalibratiegegevens beheren
Als u op uw machine meerdere tastsystemen of tasters met
kruisvormige opstelling gebruikt, moet u eventueel meerdere regels
van kalibratiegegevens gebruiken.
Om meerdere regels van kalibratiegegevens te kunnen gebruiken,
moet u de machineparameter 7411=1 instellen. De
kalibratiegegevens worden op dezelfde manier bepaald als wanneer
slechts één tastsysteem wordt toegepast. De TNC slaat echter de
kalibratiegegevens op in de gereedschapstabel wanneer u het
kalibratiemenu verlaat en het opslaan van de kalibratiegegevens in de
tabel met de ENT-toets bevestigt.
De TNC slaat de kalibratiegegevens in de volgende kolommen van de
gereedschapstabel op:
Actieve tastkogelradius: kolom R
Middenverplaatsing X: CAL-OF1
Middenverplaatsing Y: CAL-OF2
Kalibratiehoek: ANGLE
Gemiddelde middenverplaatsing (alleen actief voor cyclus 441): DR
Het actieve gereedschapsnummer bepaalt daarbij in welke regel in de
gereedschapstabel de TNC de gegevens opslaat.
Let erop dat u het juiste gereedschapsnummer hebt
geactiveerd wanneer u het tastsysteem gebruikt,
ongeacht of u een tastcyclus in automatisch bedrijf of
handbediening wilt uitvoeren.
De TNC toont in het kalibratiemenu het
gereedschapsnummer en de gereedschapsnaam
wanneer machineparameter 7411=1 is ingesteld.
578
Handbediening en instellen