Als uw machine is uitgerust met absolute meetsystemen,
vervalt het passeren van de referentiemerken. De TNC is
dan direct na het inschakelen van de stuurspanning
gebruiksklaar.
Wanneer uw machine met incrementele meetsystemen
is uitgevoerd, dan kunt u al vóór het benaderen van het
referentiepunt de bewaking van het verplaatsingsbereik
inschakelen door op de softkey SW-EINDS. BEWAK. te
drukken. Uw machinefabrikant kan deze functie
asspecifiek beschikbaar stellen. Bedenk dat door het
indrukken van de softkey de bewaking van het
verplaatsingsbereik niet in alle assen actief hoeft te zijn.
Raadpleeg het machinehandboek.
Zorg ervoor dat voor alle assen de referentieprocedure is
uitgevoerd, voordat u de programma-afloop start. De TNC
stopt anders de bewerking zodra u een NC-regel met een
as wilt afwerken waarvoor de referentieprocedure niet is
uitgevoerd.
De TNC is nu gebruiksklaar en staat in de werkstand Handbediening.
U moet de referentiepunten alleen passeren als u de
machine-assen wilt verplaatsen. Wanneer u alleen
programma's wilt bewerken of testen, kiest u na het
inschakelen van de stuurspanning direct de werkstand
Programmeren/bewerken of Programmatest.
De referentiepunten kunt u dan achteraf passeren. Druk
daarvoor in de werkstand Handbediening op de softkey
REF.PT. BENADEREN.
HEIDENHAIN iTNC 530
545