Bewerkingsvlak via ruimtehoeken definiëren:
PLANE SPATIAL
Toepassing
Ruimtehoeken bepalen een bewerkingsvlak via maximaal drie rotaties
om een coördinatensysteem. Hiervoor zijn twee zienswijzen die altijd
tot hetzelfde resultaat leiden.
Rotaties om het machinevaste coördinatensysteem:
de volgorde van de rotaties is eerst om machine-as C, vervolgens
om machine-as B en dan om machine-as A.
Rotaties om het desbetreffende gezwenkte
coördinatensysteem:
de volgorde van de rotaties is eerst om machine-as C, vervolgens
om de geroteerde as B, daarna om de geroteerde as A. Deze
zienswijze is meestal gemakkelijker te begrijpen, omdat de rotaties
van het coördinatensysteem inzichtelijker zijn door het vaststaan
van een rotatie-as.
Let vóór het programmeren op het volgende
U moet altijd alle drie ruimtehoeken SPA, SPB en SPC
definiëren, ook indien een van de hoeken 0 is.
De werking komt overeen met die van cyclus 19 voor
zover de invoer in cyclus 19 door de machine op de invoer
van ruimtehoeken is ingesteld.
Parameterbeschrijving voor het positioneergedrag: Zie
"Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen",
bladzijde 486.
HEIDENHAIN iTNC 530
473