UNIT invoegen
In de smarT.NC-gids vindt u een overzicht van alle
beschikbare UNITs. Daar worden ook de principes voor
het werken met UNITs beschreven en hoe u in de
invoerschermen kunt navigeren.
Let erop dat de eerste UNIT in uw
klaartekstddialoogprogramma in principe altijd de
programmakopf-UNIT 700 moet zijn. Alle UNITs maken
gebruiken van gegevens uit UNIT 700 als vooraf
ingestelde standaardwaarden. Als er geen
standaardwaarden beschikbaar zijn, komt de TNC met
een foutmelding.
De UNIT-nummers zijn gebaseerd op het cyclusnummer
waarmee de TNC de desbetreffende bewerking uitvoert.
In uw klaartekstdialoogprogramma de NC-regel selecteren waarna u
een UNIT wilt invoegen
Speciale functies selecteren
smartWizard selecteren: De TNC toont een
softkeybalk met alle beschikbare UNIT-groepen
Met de toets GOTO de lijst van alle beschikbare UNITs
tonen of via de softkeystructuur de gewenste
bewerkings-UNIT selecteren: De TNC toont in het
rechtergedeelte van het beeldscherm het
invoerscherm dat bij de geselecteerde UNIT hoort, in
het linkergedeelte van het beeldscherm blijft het
klaartekstdialoogprogramma zichtbaar
Alle vereiste UNIT-parameters invoeren, met de END-
toets het invoerscherm verlaten: De TNC voegt alle
klaartekstdialoogregels in die bij de geselecteerde
UNIT horen
448
Programmeren: speciale functies