Invoer van meer dan drie coördinaten
De TNC kan maximaal 5 assen gelijktijdig besturen (software-optie).
Bij een bewerking met 5 assen verplaatsen zich bijvoorbeeld 3 lineaire
en 2 rotatie-assen gelijktijdig.
Het bewerkingsprogramma voor zo'n bewerking wordt meestal door
een CAM-systeem geleverd en kan niet op de machine worden
gemaakt.
Voorbeeld:
L X+20 Y+10 Z+2 A+15 C+6 R0 F100 M3
Cirkels en cirkelbogen
Bij cirkelbewegingen verplaatst de TNC twee machine-assen
tegelijkertijd: Het gereedschap verplaatst zich ten opzichte van het
werkstuk via een cirkelbaan. Voor cirkelbewegingen kan een
cirkelmiddelpunt CC worden ingevoerd.
Met de baanfuncties voor cirkelbogen programmeert u cirkels in de
hoofdvlakken: het hoofdvlak moet bij de gereedschapsoproep TOOL
CALL met het vastleggen van de spilas gedefinieerd worden:
Spilas
Z
Y
X
Cirkels die niet parallel aan het hoofdvlak liggen, worden
ook geprogrammeerd met de functie "Bewerkingsvlak
zwenken" (zie gebruikershandboek Cycli, cyclus 19,
BEWERKINGSVLAK), of met Q-parameters (zie "Principe
en functie-overzicht", bladzijde 298).
208
Hoofdvlak
XY, ook
UV, XV, UY
ZX, ook
WU, ZU, WX
YZ, ook
VW, YW, VZ
Programmeren: contouren programmeren