Q-parameterfuncties oproepen
Tijdens het invoeren van een bewerkingsprogramma moet de toets
"Q" worden ingedrukt (op het numerieke toetsenblok onder de –/+ -
toets). Dan toont de TNC onderstaande softkeys:
Functiegroep
Wiskundige basisfuncties
Hoekfuncties
Functie voor cirkelberekening
Indien/dan-beslissingen, sprongen
Overige functies
Formule direct invoeren
Functie voor het bewerken van
ingewikkelde contouren
Functie voor het bewerken van strings
Wanneer u op het ASCII-toetsenbord de toets Q indrukt,
opent de TNC direct de dialoog voor het invoeren van
formules
Als u lokale parameters QL wilt definiëren of toewijzen,
moet u in een willekeurige dialoog eerst toets Q indrukken
en vervolgens toets L op het ASCII-toetsenbord.
Als u remanente parameters QR wilt definiëren of
toewijzen, moet u in een willekeurige dialoog eerst toets
Q indrukken en vervolgens toets R op het ASCII-
toetsenbord.
HEIDENHAIN iTNC 530
Softkey
Bladzijde
Bladzijde 303
Bladzijde 305
Bladzijde 307
Bladzijde 308
Bladzijde 311
Bladzijde 333
Handboek
Cycli
Bladzijde 337
301