FN 27: TABWRITE: vrij definieerbare tabel
beschrijven
Met de functie FN 27: TABWRITE schrijft u in de tabel die eerder met
FN 26: TABOPEN is geopend.
In een TABWRITE-regel kunt u maximaal 8 kolomnamen definiëren,
d.w.z. in deze kolommen schrijven. De kolomnamen moeten tussen
enkele aanhalingstekens staan en door een komma van elkaar worden
gescheiden. In Q-parameters legt u de waarde vast die de TNC in de
desbetreffende kolom moet schrijven.
Houd er rekening mee dat de functie FN 27: TABWRITE
standaard ook in de werkstand Programmatest waarden
naar de op dat moment geopende tabel schrijft. Met de
functie FN17 ID990 NR2 IDX16=1 kunt u vastleggen dat de
TNC de functie FN27 alleen in de programma-afloop-
werkstanden uitvoert.
U kunt alleen in numerieke tabelvelden schrijven.
Wilt u in meerdere kolommen in een regel beschrijven,
dan moet u de in te voeren waarden in opeenvolgende
Q-parameternummers opslaan.
Voorbeeld:
in regel 5 van de op dat moment geopende tabel in de kolommen
Radius, Diepte en D beschrijven. De waarden die in de tabel moeten
worden ingevoerd, moeten in Q-parameters Q5, Q6 en Q7 zijn
vastgelegd
53 FN0: Q5 = 3,75
54 FN0: Q6 = -5
55 FN0: Q7 = 7,5
56 FN 27: TABWRITE 5/"RADIUS,DIEPTE,D" = Q5
HEIDENHAIN iTNC 530
465