12.2 De PLANE-functie: Zwenken van
het bewerkingsvlak
(software-optie 1)
Inleiding
De functies voor het zwenken van het bewerkingsvlak
moeten door uw machinefabrikant vrijgegeven zijn!
Alle PLANE-functies, met uitzondering van PLANE AXIAL,
kunt u alleen met gereedschapsas Z gebruiken.
De PLANE-functie kan in principe alleen worden gebruikt
voor machines die over minstens twee rotatie-assen
(tafel en/of kop) beschikken. Uitzondering: de functie
PLANE AXIAL kunt u ook gebruiken, wanneer op uw
machine slechts één enkele rotatie-as aanwezig of actief is.
Met de PLANE-functie (Engels: plane = vlak) staat u een krachtige
functie ter beschikking waarmee u op verschillende manieren
gezwenkte bewerkingsvlakken kunt definiëren.
Alle in de TNC beschikbare PLANE-functies beschrijven het gewenste
bewerkingsvlak onafhankelijk van de rotatie-assen waarvan uw
machine is voorzien. U beschikt over de onderstaande opties:
Functie
Benodigde parameters
SPATIAL
Drie ruimtehoeken SPA, SPB, SPC
PROJECTED
Twee projectiehoeken PROPR en PROMIN evenals een
rotatiehoek ROT
EULER
Drie Euler-hoeken precessie (EULPR), nutatie (EULNU)
en rotatie(EULROT)
Normaalvector voor de bepaling van het vlak en
VECTOR
basisvector voor de bepaling van de richting van de
gezwenkte X-as
POINTS
Coördinaten van drie willekeurige punten van het te
zwenken vlak
Afzonderlijke, incrementeel werkende ruimtehoek
RELATIVE
AXIAL
Max. drie absolute of incrementele ashoeken A, B, C
RESET
PLANE-functie terugzetten
HEIDENHAIN iTNC 530
Softkey
Bladzijde
Bladzijde 473
Bladzijde 475
Bladzijde 477
Bladzijde 479
Bladzijde 481
Bladzijde 483
Bladzijde 484
Bladzijde 472
469