Botsingsbewaking in de
handbedieningswerkstanden
In de werkstanden Handbediening of El. handwiel stopt de TNC een
beweging wanneer twee objecten met botsingsbewaking elkaar
dichter naderen dan 3 tot 5 mm. In dat geval komt de TNC met een
foutmelding waarin de beide objecten zijn vermeld die de botsing
veroorzaken.
Wanneer u de beeldschermindeling zo hebt gekozen dat links posities
en rechts objecten met botsingsbewaking worden weergegeven, dan
geeft de TNC de botsende objecten bovendien rood weer.
Nadat de botsingswaarschuwing is weergegeven, is een
machinebeweging met de richtingstoets of het handwiel
alleen mogelijk, wanneer door de beweging de afstand tot
de objecten met botsingsbewaking wordt vergroot, dus
bijvoorbeeld door het indrukken van de asrichtingstoets
voor verplaatsing in tegengestelde richting.
Bewegingen waardoor de afstand wordt verkleind of gelijk
blijft, zijn niet toegestaan zolang de botsingsbewaking
actief is.
Botsingsbewaking uitschakelen
Wanneer u de afstand tussen objecten met botsingsbewaking door
gebrek aan ruimte moet verkleinen, moet de botsingsbewaking
worden uitgeschakeld.
Botsingsgevaar!
Wanneer u de botsingsbewaking hebt uitgeschakeld,
knippert in de werkstandregel het symbool voor de
botsingsbewaking (zie de onderstaande tabel).
Functie
Symbool dat in de werkstandregel knippert,
wanneer de botsingsbewaking niet actief is.
Evt. softkeybalk omschakelen
Menu voor het uitschakelen van de botsingsbewaking
selecteren
Menu-item Handbediening selecteren
Botsingsbewaking uitschakelen: de ENT-toets
indrukken; het symbool voor de botsingsbewaking in
de werkstandregel knippert
Assen handmatig verplaatsen; let op de verplaatsingsrichting
Botsingsbewaking weer inschakelen: de ENT-toets indrukken
392
Symbool
Programmeren: speciale functies