nl
|
Bediening
Displayvoorbeeld
Beschrijving
Inloopfase Polytron 5xx0 behalve
Polytron 5100 EC
Analoge interface: Onderhoudssig-
naal
Relais: Foutrelais-schakelaar
Het foutrelais schakelt niet tijdens
inloopfase 2.
Inloopfase Polytron 5100 EC
Tijd in min. tot het inlopen eindigt, of
tijd in min. tot het afstellen mogelijk is.
Analoge interface: Onderhoudssig-
naal
Relais: Foutrelais-schakelaar
Het foutrelais schakelt niet tijdens
inloopfase 2.
1) Voor inloopfase 1 kan het gedrag van het foutrelais worden geconfigu-
reerd (zie "Foutrelais voor de tijd van het inlopen configureren",
pagina 89).
7.3.3 Beëindigen van speciale toestanden
Storingsindicatie / waarschuwingsindicatie
Storings- en waarschuwingsindicaties zijn doorgaans niet
zelfhoudend. Zodra de oorzaken van de storingen of
waarschuwingen zijn verholpen, worden geen storingen en
waarschuwingen meer weergegeven.
Om de oorzaken te verhelpen, dient u de storing of
waarschuwing weer te geven (zie "Storingscodes
weergeven", pagina 88) en te beginnen met het verhelpen
van de storing (zie "Probleemoplossing", pagina 85).
Waarde onder/boven meetbereik
Het display geeft aan dat de gasconcentratie buiten het
meetbereik van de sensor ligt. De melding verdwijnt zodra de
gasconcentratie zich weer binnen het meetbereik bevindt. Als
het meetbereik wordt overschreden, kunnen de gevoeligheid
en de stijgtijd van de sensor verslechteren.
AANWIJZING
Sensorstoring
Gasconcentraties buiten het meetbereik van de sensor
kunnen sensorstoringen veroorzaken.
► De sensor zo nodig opnieuw kalibreren.
Polytron 5200 CAT met DQ-sensor:
Het overschrijden van het meetbereik moet met [OK] worden
bevestigd, nadat er is gecontroleerd of de gasconcentratie
onder 100 %OEG ligt (bijv. met een draagbaar
gasmeetinstrument).
7.4
Menu's
7.4.1 Algemene informatie
Menu-elementen wisselen tussen hun volledige naam en hun
instelling (bijv. A1 - Set - 16.9). Waarden- en instellingsopties
knipperen als deze bewerkt kunnen worden
(gegevensinvoermodus).
80
Na 15 minuten inactiviteit binnen het menu pauzeert het
instrument en gaat het terug naar de meetmodus, zonder
wijzigingen aan te nemen. Na 14 minuten beginnen de drie
pictogrammen te knipperen.
Een menu-overzicht bevindt zich in de bijlage.
1)
7.4.2 In een menu navigeren
Toets
Functie
Navigeert omhoog.
Stelt waarden in.
Navigeert omlaag.
Stelt waarden in.
1)
Bevestigt invoer.
OK
Selecteert menu's en functies.
7.4.3 Toegangscode
Het gebruik van een toegangscode is optioneel. Een
toegangscode bestaat uit een 4-cijferig getal van 0000 tot
9999. De waarde 0000 deactiveert de
toegangscodebeveiliging en geeft iedereen toegang tot het
menu.
Zie 11.1 voor informatie over het wijzigen van de
toegangscode.
geldt voor Polytron 57x0 IR:
Als op PIR 7x00 "PIR LOCK" geactiveerd is, vervangt dit de
toegangscode op Polytron 57x0 IR. Zie hoofdstuk 13.3.4 voor
informatie over het activeren van de functie "PIR LOCK".
7.4.4 Menu's oproepen
● Als de toegangscode gedeactiveerd is
a. Tik op [OMLAAG] en navigeer naar het gewenste
menu-element.
● Als de toegangscode geactiveerd is
a. Tik op [OMLAAG].
"0000" wordt weergegeven, de eerste nul knippert.
b. Tik op [OMHOOG] / [OMLAAG] om dit cijfer te
verhogen of te verlagen, tik vervolgens op [OK].
Het tweede cijfer knippert.
c. Herhaal het proces voor de andere cijfers en tik op
[OK].
Als een verkeerde toegangscode wordt ingevoerd,
keert het instrument terug naar de meetmodus.
7.4.5 Parameter wijzigen
1. Navigeer naar het gewenste menupunt en tik op [OK].
De actuele waarde of status knippert.
2. Stel met [OMHOOG] / [OMLAAG] de gewenste waarde in
en tik op [OK].
De instelling wordt opgeslagen. Het menu wordt weer
weergegeven.
Gebruiksaanwijzing
Weergave in tekst
[OMHOOG]
[OMLAAG]
[OK]
|
Dräger Polytron 5000 Series