Advertenties
Niet-fatale fouten
LED-indicatoren
NS
Display
met ze-
ven seg-
menten
F0 ⇔
knoop-
punt-
Brandt
adres van
rood
fout
F1 ⇔
knoop-
punt-
adres van
fout
Brandt
rood
L9 ⇔
master-
knoop-
Knippert
punt-
rood
adres
dA ⇔
Slave-
adres
Knippert
rood
d5 ⇔
Slave-
adres
Knippert
rood
d6 ⇔
Slave-
adres
Knippert
rood
d6 ⇔
Knippert
rood
Slave-
adres
E0 ⇔
---
Knoop-
punt-
adres van
fout
E2 ⇔
---
Knoop-
punt-
adres van
fout
10-3 Status LED-indicator en corrigerende handelingen voor fouten
Foutregistratie
I/O
Naam
Opgesla-
gen in niet-
vluchtig ge-
heugen
---
Duplicate
Nee
MAC ID
---
Bus OFF
Nee
---
Standard I/O
Nee
Connection
Timeout
---
Safety I/O
Nee
Connection
Timeout
---
Niet-be-
Nee
staande
slave
---
Fout bij tot
Nee
stand bren-
gen I/O-vei-
ligheidsaan-
sluiting
---
Slave fout
Nee
---
Network PS
Nee
Voltage Low
---
Transmis-
Nee
sion Timeout
Oorzaak
Corrigerende handelingen
Dubbel knooppuntadres
Controleer het knooppuntadres
(zelfde knooppuntadres
van andere knooppunten. Scha-
is voor meerdere knoop-
kel de voeding weer in nadat
punten ingesteld).
u opnieuw hebt geconfigureerd
zonder dubbele adressen.
Bus is uit
Controleer de volgende punten en
(Communicatie is
voer voor elk punt corrigerende
verbroken door
handelingen uit. Schakel vervol-
frequente
gens de voeding in.
gegevensfouten.)
Zorg ervoor dat de baudrate van
alle knooppunten hetzelfde is.
• Zorg ervoor dat kabels (hoofd-/
aftakkabels) niet te lang zijn.
• Controleer of de kabel niet los-
gekoppeld is of los zit.
• Controleer of aan beide uiteinden
en alleen aan beide uiteinden van
de hoofdlijn eindweerstanden zijn
aangesloten.
• Controleer of er niet veel
storing is.
Tijdoverschrijding I/O-
Controleer de volgende punten:
standaardaansluiting
• Zorg ervoor dat de baudrate van
alle knooppunten hetzelfde is.
• Zorg ervoor dat kabels (hoofd-/
aftakkabels) niet te lang zijn.
Tijdoverschrijding I/O-
• Controleer of de kabel niet los-
veiligheidsaansluiting
gekoppeld is of los zit.
• Controleer of aan beide uiteinden
en alleen aan beide uiteinden
van de hoofdlijn eindweerstanden
Geen slave
zijn aangesloten.
• Controleer of er niet veel
storing is.
Fout bij tot stand bren-
Controleer het slaveapparaat.
gen I/O-veiligheidsaan-
• Controleer of het is
sluiting
geconfigureerd.
• Controleer of het zich in een
normale operationele status
bevindt.
Slave controlefout
Controleer het slaveapparaat
(selecteer Device - Parameters –
Compare (Apparaat – Parame-
ters – Vergelijken)) en sluit een
geschikt slaveapparaat aan.
Fout door te lage net-
Controleer de volgende punten:
werkvoedingsspanning
• Controleer of de voedingsspan-
ning binnen het opgegeven
bereik is ingesteld.
• Controleer of er geen kabel of
draad is losgekoppeld.
Tijdoverschrijding
Controleer de volgende punten:
verzending
• Zorg ervoor dat de baudrate van
alle knooppunten hetzelfde is.
• Zorg ervoor dat kabels (hoofd-/
aftakkabels) niet te lang zijn.
• Controleer of de kabel niet losge-
koppeld is of los zit.
• Controleer of aan beide uiteinden
en alleen aan beide uiteinden
van de hoofdlijn eindweerstanden
zijn aangesloten.
• Controleer of er niet veel
storing is.
127
Advertenties
Hoofdstukken
