Wissignaal (Reset Signal)
Het Reset Signal moet aan de volgende voorwaarden voldoen.
Werkingsdiagram
Monitored
Input
Optionele
ingang N
Reset
Output
Enable
Static
Release
Reset
Req.Indication
6-5-2
Functieblok: Herstarten (Restart)
Diagram
Algemene beschrijving
Het signaal Output Enable wordt ingeschakeld als het Reset Signal juist is verzonden terwijl de
ingangsvoorwaarde voor het functieblok Restart AAN is.
Dit functieblok kan worden gebruikt om te voorkomen dat de machine automatisch herstart, bijvoorbeeld als de
voeding van de NE1A-SCPU01 wordt ingeschakeld, als de bedrijfsmodus wordt gewijzigd (van de modus IDLE
(Niet/actief) in de modus RUN (In bedrijf)) of als een signaal van een veiligheidsingangsapparaat AAN wordt.
Functioneel gezien zijn de functieblokken Reset en Restart equivalent.
Voorwaarden voor wijziging Output Enable in AAN
•
De bewaakte ingang (Monitored Input) en alle ingeschakelde optionele ingangen moeten AAN zijn.
•
En het Reset Signal moet goed zijn verzonden.
Voorwaarden voor wijziging Static Release in AAN
De bewaakte ingang (Monitored Input) en alle ingeschakelde optionele ingangen moeten AAN zijn.
Voorwaarden voor wijziging Reset Required Indication in AAN
Als aan de volgende voorwaarde wordt voldaan, wordt de Reset Required Indication een 1 Hz-pulsuitgang.
•
De bewaakte ingang en alle ingeschakelde optionele ingangen moeten AAN zijn.
6-5 Opdrachtverwijzing: Functieblokken
350 ms min.
Idle (Niet-actief) naar
RUN (In bedrijf)
Standaardaansluitingen
91