10-5
Fouten die optreden tijdens het downloaden
De NE1A-SCPU01 kan een foutreactie retourneren tijdens het downloaden van configuratiegegevens naar
de NE1A-SCPU01. De berichten die op de Network Configurator worden weergegeven kunnen worden
gebruikt om de fout te identificeren en te corrigeren.
10-5-1
Displayberichten en correcties
Network Configurator-bericht
Object state conflict.
The device is locked.
The TUNID is not matched.
Privilege violation.
Device state conflict.
Validation Error.
10-5 Fouten die optreden tijdens het downloaden
Correctie
Er is een fatale fout (afbreken) opgetreden en de MS-indicator knippert
rood. Controleer of de schakelaars goed zijn ingesteld. Als dat niet het
geval is, voert u een reset (Out-of-Reset) uit om de
configuratiegegevens te wissen.
De configuratie is vergrendeld en de LOCK-indicator brandt. Verwijder
de vergrendeling.
De TUNID is niet ingesteld sinds het apparaat opnieuw is ingesteld
(de NS-indicator knippert groen/rood) of de TUNID in het apparaat
komt niet overeen met de TUNID die is gedownload vanuit de Network
Configurator. Gebruik de volgende procedure om de instellingen
te controleren.
1.
Herstel de standaardinstellingen van het apparaat en download de
gegevens nogmaals. (Het is ook mogelijk dat het netwerkadres van
het apparaat niet hetzelfde is als de rest van het netwerk.) Schakel
de NE1A-SCPU01 over naar de modus RUN (In bedrijf) en bekijk
vervolgens het display met 7 segmenten. Als d6 wordt weergegeven,
wordt 'Safety I/O Connection Establishment Failure' (Fout bij tot stand
brengen I/O-veiligheidsaansluiting) weergegeven op de tabpagina
Error Log (Foutregistratie) van het dialoogvenster Device Monitor
(Apparaatbewaking). Voer stap 2 in het onderstaande uit.
2.
Upload het netwerk vanuit de Network Configurator. Maak de
netwerkadresinstellingen vervolgens gelijk, herstel de
standaardwaarden voor alle apparaten en download tot besluit het
netwerk weer naar alle apparaten.
1.
Met het gebruikte wachtwoord kan de configuratie niet worden
gewijzigd. Controleer of het wachtwoord klopt.
2.
Er is geprobeerd om de modus Standalone in te stellen via een
DeviceNet-aansluiting. Sluit de Network Configurator aan via de
USB-connector en download de configuratie nogmaals.
Er worden gegevens vanuit meer dan één Network Configurator
gedownload. Wacht tot het downloaden vanuit andere Network
Configurators is voltooid.
1.
De configuratieparameters zijn onderling niet consistent. Controleer
de volgende items en corrigeer de parameterinstellingen.
•
Een tijdparameter die voor een functieblok is ingesteld, is korter
dan de cyclustijd van de NE1A-SCPU01.
•
De EPI voor een veiligheidsaansluiting is korter dan
de cyclustijd.
•
'Used with test pulse' (Gebruikt met testpuls) is ingesteld voor
een veiligheidsingang, maar de testbron is niet ingesteld.
•
Als veiligheidsingangen zijn ingesteld voor de modus met
twee kanalen, was één ingang een standaardingang, maar
de andere niet.
•
Als veiligheidsingangen zijn ingesteld voor de modus met twee
kanalen, was één ingang ingesteld op 'not used' (niet gebruikt),
maar de andere niet.
•
Als veiligheidsuitgangen zijn ingesteld voor de modus met twee
kanalen, was één ingang ingesteld op 'not used' (niet gebruikt),
maar de andere niet.
•
Voor een I/O-veiligheidsconfiguratie is een instelling uitgevoerd
die ertoe leidde dat het maximale aantal aansluitings-ID's (12)
dat door de veiligheidsmaster wordt bewaard, is overschreden.
Stel de ID-toewijzing op de tabpagina ntlp Expansion Connec-
tion Setting (Instelling uitbreidingsaansluiting) in het dialoogven-
ster ntlp Edit Expansion Connection Setting (Instelling
uitbreidingsaansluiting bewerken) in op ntlp Verify produced IDs
in safety slaves (Gemaakte ID's in veiligheidsslaves controleren)
als u de veiligheidsaansluiting instelt.
2.
Mogelijk is er een hardwarefout opgetreden. Schakel de voeding
naar de NE1A-SCPU01 uit en vervolgens weer in. De
zelfdiagnosetest wordt uitgevoerd. Indien de MS-indicator rood
knippert als gevolg van de zelfdiagnosetest, vervangt u de hardware.
133