4
Veiligheidsmaatregelen voor veilig gebruik
Wijze van behandelen
Laat de NE1A-SCPU01 niet vallen en stel het apparaat niet bloot aan buitensporige trillingen of schokken.
Als u dat wel doet, kan dat tot fouten of storingen leiden.
Installatie en opslag
U mag de NE1A-SCPU01 niet installeren of opslaan in de volgende locaties:
•
Locaties met direct zonlicht.
•
Locaties die onderhevig zijn aan temperaturen of een vochtigheidsgraad buiten het bereik dat is opge-
geven bij de technische gegevens
•
Locaties die onderhevig zijn aan condensatie vanwege aanzienlijke temperatuurschommelingen
•
Locaties waarin corroderende of brandbare gassen kunnen voorkomen
•
Locaties waarin stof (vooral metaalpoeder) of zouten kunnen voorkomen
•
Locaties waarin water, olie of chemicaliën kunnen voorkomen
•
Locaties die onderhevig zijn aan schokken of trillingen buiten het bereik dat is opgegeven bij de technische gegevens
Tref goede en toereikende maatregelen wanneer u systemen in de volgende locaties installeert.
Verkeerde en ontoereikende maatregelen kunnen tot een verkeerde werking leiden.
•
Locaties waarin statische elektriciteit of andere vormen van storing kunnen voorkomen
•
Locaties waarin krachtige magnetische velden kunnen voorkomen
•
Locaties waarin blootstelling aan radioactiviteit kan voorkomen
•
Locaties in de buurt van voedingen
Montage
•
Gebruik de NE1A-SCPU01 in een behuizing van beveiligingsklasse IP54 of hoger conform IEC/EN 60529.
•
Gebruik een DIN-rail (TH35-7,5/TH35-15 conform IEC 61075) om de NE1A-SCPU01 in de schakelkast
te monteren. Monteer de NE1A-SCPU01 op de DIN-rail met PFP-M-eindplaten (niet meegeleverd met
de NE1A-SCPU01) om te voorkomen dat het apparaat door trillingen van de DIN-rail valt.
•
Zorg voor voldoende ruimte rondom de NE1A-SCPU01, minstens 5 mm aan de zijkanten en minstens
50 mm aan de boven- en onderkant, voor ventilatie en bedrading.
Bedrading
•
Gebruik de volgende draden om externe I/O-apparaten op de NE1A-SCPU01 aan te sluiten.
Massieve kabel 0,2 tot 2,5 mm² (AWG 24 tot AWG 12)
Gevlochten
kabel (flexibel)
•
Schakel de voeding uit voordat u handelingen met de bedrading gaat uitvoeren. Als u dat niet doet, kan
dat tot onverwachte werking leiden van externe apparaten die op de NE1A-SCPU01 zijn aangesloten.
•
Pas goed de opgegeven spanning toe op de NE1A-SCPU01-ingangen. Toepassing van een verkeerde
gelijkstroomspanning of een willekeurige wisselstroomspanning kan tot verminderde veiligheidsfunc-
ties, schade aan de NE1A-SCPU01 of tot brand leiden.
•
Bedraad geen kabels voor communicatie- en I/O-signalen in de buurt van hoogspanningskabels
of voedingskabels.
•
Zorg ervoor dat uw vingers niet bekneld raken bij het aansluiten van connectoren op de aansluitingen
op de NE1A-SCPU01.
•
Draai de DeviceNet-connector vast met het juiste koppel (0,25 tot 0,3 Nm).
•
Door een onjuiste bedrading kunnen de veiligheidsfuncties verminderen. Voer alle bedradingen goed
uit en controleer de werking voordat u de NE1A-SCPU01 gebruikt.
•
Voor een goede warmtedissipatie verwijdert u het etiket ter voorkoming van stof pas nadat u de
volledige bedrading hebt aangebracht.
Een voeding selecteren
Gebruik een gelijkstroomvoeding die aan de volgende vereisten voldoet.
•
Tussen het secundaire en het primaire circuit van de gelijkstroomvoeding moet een dubbele isolatie
of een verstevigde isolatie zijn aangebracht.
•
De gelijkstroomvoeding moet voldoen aan de vereisten voor circuits van klasse 2 of een circuit met
spannings-/stroombeperking zoals gedefinieerd in UL 508.
•
De houdtijd van de uitgang moet 20 ms of langer zijn.
12
0,34 tot 2,5 mm² (AWG 22 tot AWG 16)
Gevlochten kabels moeten worden voorbereid door er stiftklemmen met kunststof isolatiekraag
aan te bevestigen (compatibel met DIN 46228-4-standaard) voordat ze worden aangesloten.