LET OP
Voordat u onderhoud of mechanische aanpassingen aan het product uitvoert, moet u persoonlijke
beschermingsmiddelen
handschoenen en een veiligheidsbril of scherm ter bescherming van het gezicht.
•
Reparatie- of onderhoudswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door daartoe opgeleid
personeel. Geïnformeerd en geïnstrueerd, en geautoriseerd met het vereiste beroepsprofiel (mechanisch
onderhoudstechnicus en/of elektrisch onderhoudstechnicus) afhankelijk van het type werk dat moet
worden uitgevoerd.
•
Alleen het afstellen, smeren van de messen en reinigen van het product kan ook door de bediener worden
uitgevoerd. Alle andere onderhoudsactiviteiten niet.
•
Het is verplicht om het product los te koppelen van de voedingsbron (batterij/batterijpak) voordat er afstel-
en/of onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.
•
Tijdens bediening, onderhoud en/of reparatiewerkzaamheden moeten onbevoegden een afstand van
minstens 5 meter bewaren tot het werkbereik van het product.
•
Beschermings- of veiligheidsinrichtingen (indien gemonteerd) mogen alleen worden verwijderd voor
buitengewone onderhoudswerkzaamheden en alleen door onderhoudspersoneel, nadat de
stroombronnen zijn losgekoppeld. De onderhoudstechnicus moet ook de veiligheid van al het personeel
garanderen om schade aan het product te voorkomen, en de werking van de beschermings- of
veiligheidsinrichtingen zelf herstellen aan het einde van het onderhoud en altijd voor nieuw gebruik.
•
Alle onderhoudswerkzaamheden die niet in deze handleiding worden behandeld, moeten worden
uitgevoerd door een door de fabrikant erkend technisch servicecentrum.
•
De onderhouds-, reparatie- en foutopsporingswerkzaamheden moeten worden afgesloten met een
controle van de correcte werking en van het actief zijn van alle veiligheidsvoorzieningen.
•
Aan het einde van de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden mag het product pas weer worden gestart
na de toestemming van een onderhoudsmonteur, die zich ervan moet vergewissen of:
-
de werkzaamheden volledig zijn uitgevoerd;
-
het product werkt perfect;
-
de veiligheidssystemen actief zijn;
-
niemand het product gebruikt.
4.15 EXTRA VOORZORGSMAATREGELEN
LET OP
Zorg ervoor dat al het personeel dat betrokken is bij het onderhoud en gebruik van het product goed is
opgeleid en geïnstrueerd in de juiste veiligheids- en bedieningsprocedures.
Zorg ervoor dat al het personeel op de hoogte is van de aanwezige restrisico's.
LET OP
Voer nooit onderhoud uit op het product als het in werking is.
LET OP
Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen zijn aangesloten en goed werken. Breng nooit wijzigingen aan in de
veiligheidsvoorzieningen en omzeil ze niet.
LET OP
Wanneer
het gereedschap
onnodig batterijverbruik of verslechtering van de onderdelen te vermijden.
LET OP
Het product moet voor elk gebruik en in elk geval na vallen of stoten worden geïnspecteerd om
schade aan het product vast te stellen.
0310.0369_02
(PBM)
dragen,
zoals
niet wordt gebruikt, moet het worden uitgeschakeld met de ON/OFF-schakelaar om
veiligheidsschoenen,
520
een
overall,
lekvrije
eventuele