De functies QUOT en REMAINDER
De functies QUOT en REMAINDER geven, respectievelijk, de coëfficiënt Q(X) en
de restwaarde R(X) als resultaat van de deling van twee polynomen, P
P
(X). Met andere woorden, zij geven de waarden van Q(X) en R(X) vanaf
2
P
(X)/P
(X) = Q(X) + R(X)/P
1
2
Dus kunnen wij schrijven als: (X
Opmerking: door PROPFRAC te gebruiken, kunt u het laatste resultaat
krijgen:
PROPFRAC('(X^3-2*X+2)/(X-1)') = 'X^2+X-1 + 1/(X-1)'.
De functie EPSX0 en de CAS-variabele EPS
ε
De variabele
(epsilon) wordt meestal gebruikt in wiskundeboekenom hele
kleine getallen weer te geven. Het CAS van de rekenmachine maakt een
variabel EPS aan met de standaardwaarde 0.0000000001 = 10
u de functie EPSX0 gebruikt. U kunt deze waarde, na het aanmaken,
veranderen wanneer u een andere waarde wilt instellen voor EPS. De functie
EPSX0, wanneer toegepast op een polynoom, vervangt alle coëfficiënten met
een absolute waarde minder dan EPS door een nul. De functie EPSX0 is niet
beschikbaar in het menu ARITHMETIC en moet geactiveerd worden vanuit de
functiecatalogus (N). Voorbeeld:
EPSX0('X^3-1.2E-12*X^2+1.2E-6*X+6.2E-11)=
Met μ:
De functie PEVAL
De functie PEVAL (Polynomial EVALuation) kan gebruikt worden om een
polynoom te evalueren p(x) = a
array van coëfficiënten [a
(X). Bijvoorbeeld,
2
QUOT(X^3-2*X+2, X-1) = X^2+X-1
REMAINDER(X^3-2*X+2, X-1) = 1.
3
-2X+2)/(X-1) = X
'X^3+.0000012*X'.
n
⋅
x
+a
n
, a
, ... a
n
n-1
2
+X-1 + 1/(X-1).
'X^3-0*X^2+.0000012*X+0'.
n-1
⋅
x
+ ...+ a
n-1
, a
, a
] en een waarde van x
2
1
0
-10
, wanneer
2
⋅
⋅
x
+a
x+ a
, met een
2
1
0
(X) en
1
. Het
0
Blz. 5-23