Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

HP 50g Gebruikershandleiding pagina 467

Verberg thumbnails Zie ook voor 50g:
Inhoudsopgave

Advertenties

Om eindige integralen te berekenen, geeft de rekenmachine ook het
integralensymbool als de toetsencombinaties ‚Á (behorende bij de toets
U ). De eenvoudigste manier om een integraal aan te maken, is met de
vergelijkingenschrijver (zie hoofdstuk 2 voor een voorbeeld). In de
vergelijkingenschrijver geeft het symbool ‚Á het integraalteken en
voorziet in plaatshouders voor de integratielimieten (a,b), voor de functie f(x)
en voor de integratievariabele (x). De volgende beeldschermen laten zien hoe
een bepaalde integraal aangemaakt kan worden. De invoegcursor staat eerst
in de ondergrens van de integratie, voeg een waarde in en druk op de pijltoets
naar rechts ( ™ ) om naar de bovengrens van de integratie te bewegen. Voer
een waarde in op die positie en druk nogmaals op ™ om naar de
integrandlocatie te bewegen. Voer de integranduitdrukking in en druk
nogmaals om naar de differentiaalplaatshouder te bewegen. Voer de
integratievariabele inop die positie en de integraal kan worden berekend.
Nu kunt u op ` drukken om de integraal in het stapelgeheugen te plaatsen,
u krijgt dan de volgende tekst (weergave in de ALG-modus):
Dit is de algemene vorm voor de eindige integraal wanneer deze direct in het
stapelgeheugen is ingevoerd, d.w.z. ∫ (ondergrens, bovengrens, integrand,
integratievariabele)
Als u nu op ` drukt, wordt de integraal in het stapelgeheugen geëvalueerd:
Blz. 13-16

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave