Gebruik de volgende toetsencombinatie om het commando QUAD in te
voeren: ‚N~q (gebruik de pijltoetsen omhoog en omlaag, —˜,
om het commando QUAD te selecteren) en druk op @@OK@@ . Het beeldscherm
geeft de hoofdoplossing:
Verander nu de instelling van vlag 01 naar General solutions:
H@FLAGS@ @ @CHK@@ @@OK@@ @@OK@@ . En probeer de oplossing opnieuw:
~ „t` ‚N~q (gebruik de pijltoetsen omhoog en omlaag,
—˜, om het commando QUAD te selecteren) en druk op @@OK@@ .
Het beeldscherm geeft de twee oplossingen:
Andere belangrijke vlaggen
Activeer opnieuw de huidige vlaginstelling door op de toets H en daarna
op de softmenutoets @FLAGS! te drukken. Verwijder de instelling van de
systeemvlag zoals in de voorgaande oefening. Gebruik de pijltoetsen omhoog
en omlaag (—˜) om door de lijst van de systeemvlag te schuiven.
Andere belangrijke vlaggen en hun voorkeurswaarde voor de oefeningen in
deze handleiding zijn:
→
02 Constant
→
03 Function
symb:
→
27 'X+Y*i'
(X,Y):
α
α
60 [
][
] locks:
Druk twee keer op @@OK@@ om naar het normale beeldscherm van de
rekenmachine terug te keren.
CHOOSE boxes versus Soft MENU
In enkele van de oefeningen in dit hoofdstuk werden menulijsten weergegeven
die in het beeldscherm verschenen. Deze menulijsten worden aangeduidt met
CHOOSE boxes (keuzevensters). Om bijvoorbeeld het commando ORDER te
gebruiken voor het herschikken van variabelen in een directory, gebruikt u in
algebraïsche modus:
Constante waarden (bijvoorbeeld π ) worden als
symb:
symbolen bewaard.
De functies worden niet automatisch geevalueerd, in
plaats daarvan worden zij geladed als symbolische
uitdrukkingen.
Complexe getallen worden voorgesteld als
gerangschikte tweetallen
De toetsencombinatie ~~vergrendelt het
alfabetische toetsenbord
ƒ³
Blz. 2-68