De onderstaande afbeelding geeft de omzetting weer van de vector van
sferische naar Cartesischee coördinaten, waarbij x = ρ sin(φ) cos(θ), y = ρ sin
(φ) cos (θ), z = ρ cos(φ). In dit geval x = 3.204, y = 1.494, en z = 3.536.
Indien het CYLINdrisch systeem geselecteerd wordt, verschijnt er in de bovenste
regel in het beeldscherm een R∠Z-veld en wordt er een vector ingevoerd met
cilindrische coördinaten weergegeven in zijn cilindrische (of polaire)
coördinatenvorm (r,θ,z). Om dit te oefenen, moet u het coördinatenstelsel
wijzigen naar CYLINdrisch en zult u merken dat de vector die wordt
weergegeven in het laatste beeldscherm wijzigt naar zijn cilindrische (polaire)
coördinatenvorm. De tweede component wordt weergegeven met het hoekteken
ervoor geplaatst om de aard van de hoek aan te duiden.
De conversie van Cartesische naar cilindrische coördinaten is zodanig dat r =
2
2
1/2
-1
, θ = tan
(x
+y
)
(y/x) en z = z. Voor het bovenstaande geval was de
omzetting zodanig dat (x,y,z) = (3.204, 2.112, 2.300) het volgende resultaat
o
geeft (r,θ,z) = (3.536,25
,3.536).
Indien we nu een vector van hele getallen in Cartesische vorm invoeren, wordt
deze weergegeven met Cartesiaanse coördinaten, zelfs wanneer het
CYLINdrische coördinatenstelsel geselecteerd is, bijv.:
Dit komt omdat de hele getallen bedoeld zijn om met het CAS gebruikt te
worden en daarom worden de componenten van deze vector in de Cartesische
vorm behouden. Om de omzetting naar polaire coördinaten te verkrijgen, moet
u de componenten van de vector invoeren als reële getallen (m.a.w. u dient een
decimale punt toe te voegen), b.v. [2., 3., 5.].
Blz. 9-15