Lijstopmaak
U kunt de functie SIZE, van het submenu PRG/LIST/ELEMENTS gebruiken om de
opmaak (ook bekend als de lengte) van de lijst te verkrijgen, bijvoorbeeld:
Het verwijderen en invoegen van elementen in een lijst
Voor het uittrekken van een lijst gebruikt u de functie GET, beschikbaar in het
submenu PRG/LIST/ELEMENTS. De argumenten van de functie GET zijn de lijst
en het getal van het element dat u wenst uit te trekken. Voor het invoegen van
een element op de lijst gebruikt u de functie PUT (ook beschikbaar in het
submenu PRG/LIST/ELEMENTS). De argumenten van de functie PUT zijn de
lijst, de positie die u wilt vervangen en de waarde die vervangen zal worden.
Het volgende beeldscherm toont voorbeelden van de toepassingen van de
functies GET en PUT:
Ook kunt u de functies GETI en PUTI, ook beschikbaar in het submenu PRG/
LIST/ELEMENTS/, gebruiken voor het uittrekken en invoegen van elementen in
een lijst. Deze functies zijn echter vooral handig bij het programmeren. De
functie GETI gebruikt dezelfde argumenten als GET en retourneert de lijst, de
locatie van het element plus een en het element op de vereiste positie. De
functie PUTI gebruikt dezelfde argumenten als GET en retourneert de lijst en het
lijstopmaak.
Positie van het element in de lijst
Om de positie van een element in een lijst te bepalen, gebruikt u de functie
POS die de lijst en het betreffende element als argumenten heeft. Voorbeeld,
Blz. 8-11