Hoofdstuk 9
Vectoren
Dit hoofdstuk laat voorbeelden zien van het invoeren en bewerken van
vectoren, zowel wiskundige vectoren die uit vele elementen bestaan, als fysieke
vectoren met 2 en 3 componenten.
Definities
Wiskundig gezien is een vector een reeks van 2 of meer elementen, geplaatst
in een rij of een kolom. Deze worden rij- en kolomvectoren genoemd. Hieronder
vindt u voorbeelden:
Fysieke vectoren hebben twee of drie componenten en kunnen gebruikt worden
om fysieke hoeveelheden weer te geven, zoals bijvoorbeeld positie, snelheid,
versnelling, krachten, momenten, lineaire en hoekmomenum, hoeksnelheid en –
versnelling, enz. In een Cartesisch coördinatenstelsel (x,y,z), zijn de
eenheidvectoren i, j, k verbonden met elke coördinatenrichting, zodat een
fysieke vector A kan geschreven kan worden aan de hand van zijn
componenten A
Een alternatieve notatie voor deze vector is: A = [A
of A = < A
, A
x
y
geschreven als A = A
Aangezien in de rekenmachine de vectoren tussen [ ] haakjes worden
geschreven, kiezen we vanaf nu voor de notatie A = [A
A
, A
] om te verwijzen naar twee- of driedimensionale vectoren. De grootte
y
z
van een vector A wordt gedefinieerd als |A| =
eenheidsvector in de richting van vector A, wordt gedefinieerd als e
|A|. Vectoren kunnen worden vermenigvuldigd door middel van een scalair,
bijv. kA = [kA
, kA
x
indien k>0, of anti-parallel aan vector A, indien k<0. De negatieve van een
vector wordt gedefinieerd als –A=(-1)A = [–A
een scalair, kan worden gezien als een vermenigvuldiging, d.w.z. A/k = (1/
⎡ −
⎢
v
=
⎢
⎢
⎣
, A
, A
, als A = A
x
y
z
, A
>. Een tweedimensionale versie van deze vector wordt
z
i + A
j, A = [A
x
y
, kA
]. Vector kA is, fysiek gezien, parallel aan vector A,
y
z
1
⎤
⎥
3
,
u
=
, 1 [
−
, 3
⎥
⎥
6
⎦
i + A
j + A
x
y
, A
], A = (A
x
y
, –A
x
, 5
] 2
k.
z
, A
, A
], A = (A
x
y
z
, A
), of A = < A
x
y
, A
, A
x
y
z
2
2
A
+
A
+
A
x
y
, –A
]. Een deling door
y
z
, A
, A
)
x
y
z
, A
>.
x
y
] of A = [A
,
x
2
. Een
z
= A/
A
Blz. 9-1