vergelijkingen zijn als volgt opgeslagen in het stapelgeheugen (de optie kleine
lettertype is geselecteerd):
We kunnen hier zien dat deze vergelijkingen inderdaad zijn gegeven
uitgaande van de primitieve variabelen b, m, y, g, S
, n, Cu, Q en H
o
o.
Om y en Q op te lossen, moeten de andere variabelen voorzien worden van
waarden. Stel dat we H
= 5 ft, b = 1.5 ft, m = 1, n = 0.012, S
= 0.00001,
0
0
g = 32.2 en Cu = 1.486. gebruiken.Voor het toepassen van MSLV, moeten we
deze waarden in de bijbehorende variabelennamen invoeren. Dit kan als volgt
uitgevoerd worden:
Nu zijn we klaar om de vergelijking op te lossen. Eerst moeten de twee
vergelijkingen samen in een vector geplaatst worden. Dit kan door de vector
feitelijk op te slaan in een variabele die we EQS (EQuationS) zullen noemen:
Blz. 7-8