•
In de ALG-modus,
CF(-95) selecteert de RPN-modus
•
In de RPN-modus,
95 \` SF selecteert de ALG-modus
meer informatie over het systeemvlaggen van de rekenmachine Raadpleeg
Hoofdstuk 2 voor meer informatie over het systeemvlaggen van de
rekenmachine.
Getalopmaak en decimale punt of komma
Door de getalopmaak te wijzigen, kunt u de manier aanpassen waarop reële
cijfers worden weergegeven door de rekenmachine. Deze functie is bijzonder
handig bij handelingen met tiende machten of om het aantal decimalen van
een uitkomst te beperken.
Om een getalopmaak te selecteren, moet u eerst het invoervenster
REKENMACHINE MODI openen door op de toets H te drukken. Gebruik
daarna de toets pijltje omlaag, ˜, om de optie Number format te selecteren.
De
standaardwaarde
standaardopmaak geeft de rekenmachine getallen met zwevende komma weer
met de maximaal door de rekenmachine toegestane precisie (12 significante
cijfers). U leest meer over reële getallen in Hoofdstuk 2 van deze handleiding.
Probeer ter verduidelijking van bovengenoemde en andere getalopmaken de
volgende oefeningen:
•
Standaardopmaak:
Deze modus wordt het meeste gebruikt, omdat de cijfers in de meest
bekende notatie worden weergegeven.
Druk op de softmenutoets !!@@OK#@ , met Number format ingesteld op Std, om
terug te keren naar het beeldscherm van de rekenmachine. Voer het getal
123.4567890123456 in (met 16 significante cijfers). Druk op de toets
`. Het getal wordt afgerond op maximaal 12 significante cijfers en
wordt als volgt weergegeven:
is
Std,
oftewel
Standaardopmaak.
In
de
Blz. 1-19